1. Inleiding
Alweer ruim drie jaar geleden is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (“Wnra”) in werking getreden. Hiermee veranderde het toetsingskader dat van toepassing is op een groot deel van de ambtenaren. Zo hebben zij sindsdien een arbeidsovereenkomst in plaats van een (eenzijdige) aanstelling, is in plaats van de eerdere rechtspositionele regelingen (onder andere) Boek 7 titel 10 BW van toepassing en procederen zij bij de burgerlijke rechter en niet langer bij de bestuursrechter. Maar als deze ambtenaren zijn genormaliseerd, hoe bijzonder is hun rechtspositie dan nog in het arbeidsrecht en in hoeverre speelt deze bijzondere positie nog een rol in het oordeel van rechters? Deze vragen beantwoorden wij aan de hand van een uitgebreide analyse van de rechtspraak, waarbij wij ook kort ingaan op de verwachtingen hierover in de literatuur. Ter afsluiting volgen enkele aanbevelingen voor de praktijk.