Wat speelde er?
In deze zaak gaat het om de uitbereiding van het hoogspanningsnet in westelijk Friesland. Het windpark Fryslân gaat grootschalig duurzame energie opwekken en het 110 Kv-net in de regio moet deze toename aankunnen. Daarom willen de ministers van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dat TenneT een nieuw hoogspanningsstation en een aantal ondergrondse hoogspanningskabels en opstijgpunten gaat realiseren.
Een melkveehouder in de omgeving vreest echter dat het nieuwe hoogspanningsstation negatieve gevolgen zal hebben voor zowel zijn eigen gezondheid als dat van zijn vee. Niet alleen woont hij dicht bij het hoogspanningsstation en dus bij de magneetvelden, de nieuwe kabelcircuits zullen over zijn landbouwgrond gaan lopen waar zijn dieren grazen. De aanleg van de nieuwe ondergrondse hoogspanningskabels en de twee opstijgpunten brengen het verlies van een deel van de bij hem in gebruik zijnde landbouwgrond met zich mee. Verder maakt hij zich zorgen over de aspecten geluid en uitzicht. Naast de melkveehouder vreest ook een inwoner van Bolsward voor de gevolgen voor zijn gezondheid door blootstelling aan magneetvelden en vanwege een toename aan geluidhinder. Ook hij is van mening dat zijn uitzicht wordt belemmerd en benoemt verder dat de waarde van zijn woning zal verminderen als gevolg van het nieuwe hoogspanningsstation.
Zowel de melkveehouder als de inwoner van Bolsward tekenen daarom bezwaar aan tegen het inpassingsplan en de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân aan TenneT heeft verleend. Ministers en college veranderen echter niet van standpunt. Het project netversterking westelijk Friesland, waarvan de realisatie van het nieuwe hoogspanningsstation onderdeel is, is noodzakelijk om duurzame energie-initiatieven te kunnen aansluiten op het elektriciteitsnet en de leveringszekerheid van stroom in westelijk Friesland nu en in de toekomst te kunnen blijven garanderen. De melkveehouder en inwoner gaan daarop in eerste en enige aanleg in beroep bij de Afdeling.
Hoe oordeelt de Afdeling?
De Afdeling benadrukt ten eerste dat bij de vaststelling van een rijksinpassingsplan ministers de beleidsvrijheid hebben om het belang van een goede ruimtelijke ordening en andere betrokken belangen af te wegen. De Afdeling beoordeelt slechts of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen. In deze zaak komt de Afdeling tot de conclusie dat de belangen van de melkveehouder en de Bolswarder niet onevenredig zijn geschaad.
Gezondheidseffecten van magneetvelden
Het belangrijkste argument dat bezwaarmakers aanvoeren betreft de invloed van langdurige blootstelling aan magneetvelden op de gezondheid van de mens en in dit geval ook het vee van de melkveehouder.
De Afdeling stelt voorop dat in Nederland geen wettelijke normen zijn gesteld voor de blootstelling aan magneetvelden die ontstaan bij een hoogspanningsverbinding. Wel is hierover op rijksniveau het eerdergenoemde voorzorgsbeleid ontwikkeld, opgenomen in een brief van de toenmalige staatssecretaris van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) uit oktober 2005. Daarin is gesteld dat bij planologische besluiten voor tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, of bij wijzigingen in bestaande plannen of van bestaande hoogspanningslijnen, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is moet worden vermeden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig in een gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen verblijven waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla (µT). Bij de totstandkoming van dit beleid is advies ingewonnen van de Gezondheidsraad en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Beide instanties concludeerden dat er ondanks veel onderzoek daarnaar, geen aanwijzingen zijn gevonden voor een oorzakelijk verband tussen blootstelling aan magneetvelden van hoogspanningslijnen en het ontstaan van gezondheidseffecten, waaronder in het bijzonder leukemie bij kinderen. Om maatschappelijke onrust te voorkomen is op grond van het voorzorgsprincipe desalniettemin beleid tot stand gekomen. Sinds het geldende rijksbeleid uit 2005 zijn er geen wetenschappelijke onderzoeken verschenen waaruit duidelijk andere conclusies kunnen worden getrokken over het verband. De bezwaarmakers dragen in dit kader ook geen nadere onderzoeken aan die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
De ministers hebben volgens de Afdeling in hun inpassingplan rekening gehouden met het bestaande beleid. Uit een afbeelding bij de plantoelichting blijkt dat er geen gevoelige objecten liggen binnen de berekende 0,4 µT-contouren van de ondergrondse kabels en het hoogspanningsstation en dat er dus geen nieuwe situaties ontstaan waarbij mensen langdurig worden blootgesteld aan magneetvelden boven 0,4 µT. De woning van de inwoner van Bolsward en de woning en agrarische bedrijfsgebouwen van de melkveehouder bevinden zich daarnaast op meer dan 100 meter afstand van de hoogspanningskabels en het hoogspanningsstation, en daarmee buiten de 0,4 µT-contouren. Het feit dat er al andere hoogspanningslijnen dicht bij de woon- en bedrijfslocatie van de melkveehouder liggen heeft slechts een gering versterkend effect. Dat leidt er echter niet toe dat de woning en bedrijfsgebouwen van de melkveehouder binnen de 0,4 µT-contour komt te liggen.
De melkveehouder voert verder aan dat de magneetvelden leiden tot schadelijke effecten voor de gezondheid van zijn vee. De Afdeling oordeelt echter dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat uitwijst dat elektromagnetische velden vanwege hoogspanningsverbindingen significante effecten hebben op de melkproductie, melksamenstelling en reproductieparameters van koeien. De ministers hoefden in het inpassingplan dan ook geen rekening te houden met het vee van de melkveehouder.
Geluidhinder door het hoogspanningsnet
Tot slot vrezen de inwoner van Bolsward en de melkveehouder dat door de uitbreiding van het hoogspanningsnet de geluidhinder zal toenemen. Uit het akoestisch onderzoek dat is gedaan naar de geluidhinder van het nieuwe hoogspanningsstation volgt dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau slechts 38 dB(A) bedraagt, met een aantal keer per jaar een piekgeluid van 64 dB(A) of 50 dB(A) bij periodiek onderhoud. Deze geluidwaarden voldoen aan de maximale geluidsniveaus uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. De cumulatieve geluidbelasting neemt door het hoogspanningsstation volgens het onderzoek met 0,35 dB toe, wat niet of nauwelijks waarneembaar is. De Afdeling oordeelt daarom dat de ministers voldoende onderzoek hebben gedaan en dat het hoogspanningsstation niet leidt tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Een andere oorzaak van geluidhinder is volgens de bezwaarmakers dat er mogelijk meer stroom over de bestaande hoogspanningslijnen zal worden getransporteerd. Bij vochtig weer zou dit een knetterend geluid veroorzaken. De ministers en TenneT weerspreken dit, omdat dit geluid volgens hen niet afhankelijk is van de stroomsterkte. De Afdeling volgt dit verweer en ziet geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de geluidhinder met de uitbreiding van het hoogspanningsnet zal toenemen.
De uitspraak van de Afdeling is in lijn met eerdere uitspraken over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan magneetvelden (zie o.a. ECLI:NL:RVS:2010:BO9217 en ECLI:NL:RVS:2018:2672). Omdat de beroepsgronden gericht tegen het inpassingsplan niet slagen en daarom geen aanleiding bestaat voor vernietiging van het inpassingsplan, ziet de Afdeling ook geen aanleiding om tot vernietiging van de aan TenneT verleende omgevingsvergunning over te gaan.
Raadpleeg hier de volledige uitspraak van de Afdeling van 16 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3123 en als achtergrond ook de bijdrage in Milieu & Recht door Edward Brans en Robin Aerts: Het voorzorgbeginsel en de risico's van gezondheidsschade door bovengrondse hoogspanningslijnen.