Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) bevat na de inwerkingtreding van de Omgevingswet onder meer de regels over milieubelastende activiteiten. Die regels werken rechtstreeks door naar burgers en bedrijven. Het doel van de algemene regels is het voorkomen dat burgers en bedrijven elke keer dat zij een activiteit willen ondernemen toestemming moeten vragen aan het bevoegd gezag. Wij bespreken drie manieren waarop het bevoegd gezag op de hoogte blijft van die milieubelastende activiteiten.
i. De meldingsplicht
De eerste methode voor het bevoegd gezag om kennis te nemen van het verrichten van een milieubelastende activiteit is de meldingsplicht. Als een activiteit als milieubelastend is aangewezen in hoofdstuk 3 Bal, dan is daar ook aangewezen welke algemene regels uit hoofdstuk 4 Bal van toepassing zijn. In hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 Bal is geregeld of voor de betreffende milieubelastende activiteit een meldingsplicht geldt. De meldingsplicht geldt niet, als voor de milieubelastende activiteit een vergunningplicht geldt.
De meldingsplicht is opgenomen voor de activiteiten met mogelijk meer risico’s voor de fysieke leefomgeving. Het doel van de meldplicht is dat een activiteit met potentieel nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving niet kan worden gestart, voordat het bevoegd gezag daarvan op de hoogte is. Het bevoegd gezag kan naar aanleiding van een melding een controle uitvoeren. In het Bal is uitdrukkelijk niet gekozen voor een stelsel waar, na het melden, eerst goedkeuring van het bevoegd gezag moet komen. Dat betekent dat als een melding eenmaal is gedaan de activiteit – onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan de algemene regels – mag worden verricht. Het is dus niet mogelijk om de activiteit na een melding te verbieden. Wel moet het bevoegd gezag de melding publiceren.
Welke gegevens bij een melding moeten worden aangeleverd staat ook in het desbetreffende artikel vermeld. Zo is het op grond van artikel 4.427 Bal verboden elektriciteit door middel van een windturbine op te wekken zonder 4 weken voor het begin daarvan een melding te doen onder het aanleveren van een aantal gegevens.
“Artikel 4.427 (melding)
- Het is verboden de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel 4.426, te verrichten zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden.
- Een melding bevat:
a. het vermogen van de windturbine in kilowatt
b. de diameter van de rotor in centimeter
c. de hoogte van de mast in meters en
d. berekende afstand in meters tot waar het plaatsgebonden risico ten hoogste 1 op de 100.000 per jaar is.
- Ten minste vier weken voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
- Dit artikel is niet van toepassing als de activiteit als vergunningplichtig is aangewezen in hoofdstuk 3. (…)”
Ook kan er bij decentrale regels aanvullende gegevens worden gevraagd. In bepaalde gevallen kan de lokale situatie er namelijk toe noodzaken dat een melding van een bepaalde activiteit wenselijk is. Gewezen kan bijvoorbeeld worden op het lozen op een oppervlaktewaterlichaam. Als het lozen gebeurt in een grondwaterbeschermingsgebied kan het met het oog op het milieu nodig zijn extra informatie te verkrijgen.
ii. Gegevens en bescheiden
Bij een aantal milieubelastende activiteiten is er de plicht om gegevens- en bescheiden aan te leveren aan het bevoegd gezag. Als die plicht er is, dan staat dat vermeld in hoofdstuk 4 of hoofdstuk 5 van het Bal. De plicht tot het aanleveren van gegevens en bescheiden kan bestaan voorafgaand aan de activiteit, maar ook als de activiteit al is gestart. Een voorbeeld hiervan wordt gevonden in artikel 4.1259 Bal. Daarin is de plicht opgenomen tijdens het aanbrengen van bouwstoffen, en na afloop daarvan, een aantal gegevens en bescheiden beschikbaar te hebben.
“Artikel 4.1259 (gegevens en bescheiden: tijdens en na afloop van het aanbrengen)
- Tijdens het aanbrengen van de bouwstoffen zijn de volgende gegevens en bescheiden beschikbaar:
a. een milieuverklaring bodemkwaliteit die betrekking heeft op de toe te passen bouwstoffen ; en
b. als deze op grond van het Besluit bodemkwaliteit bij de afgifte van de milieuverklaring bodemkwaliteit moet worden verstrekt: een afleverbon. (…)”
iii. De informatieplicht
Ten derde zijn in hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van het Bal informatieverplichtingen opgenomen. De informatieplicht moet worden onderscheiden van de meldplicht. Bij de meldplicht is het verboden activiteiten te verrichten zonder vooraf te melden. Bij de informatieplicht is dat niet het geval.
De informatieverplichtingen zijn onder meer bedoeld voor het kunnen uitoefenen van toezicht en zijn zo concreet en eenduidig mogelijk in het Bal opgenomen. Waar een informatieplicht bestaat is in het Bal het woordje ‘infomeren’ opgenomen. De precieze informatieplicht en de termijn verschilt per artikel en per milieubelastende activiteit. Een voorbeeld is de plicht het bevoegd gezag te informeren over het buiten gebruik stellen van een windturbine (artikel 4.429 Bal).
“Artikel 4.429 (informeren: buiten gebruik stellen)
Het bevoegd gezag, bedoeld in afdeling 2.2, wordt onverwijld geïnformeerd over het buiten gebruik stellen van een windturbine.”