Home Kennis Didam-regels niet van toepassing op een privaatrechtelijk overheidslichaam

Didam-regels niet van toepassing op een privaatrechtelijk overheidslichaam

29 januari 2025
Floris Sepmeijer

In een uitspraak van 20 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel een interessante uitspraak gewezen over de vraag of de regels uit het Didam-arrest van toepassing zijn op een privaatrechtelijke overheidsrechtspersoon.

Wat was er aan de hand?

In 2007 zijn de gronden van Kampereiland en omstreken en het beheer daarvan door de gemeente Kampen (de gemeente) op afstand gezet en ondergebracht in een N.V. (gedaagde).

De gemeente is 100% aandeelhouder van gedaagde. Gedaagde is een fiscale beleggingsinstelling (FBl). FBI's die rechtstreeks in Nederlands vastgoed beleggen konden tot januari 2025 gebruik maken van het 0%-tarief in de vennootschapsbelasting. Door een wetswijziging kan dit met ingang van 1 januari 2025 niet meer. Gevolg hiervan is dat de winst van gedaagde met ingang van het boekjaar 2025 belast wordt met het reguliere tarief. Hierdoor kan aanzienlijk minder dividend uitgekeerd worden aan haar aandeelhouder, de gemeente. Om deze reden zijn de gemeente en gedaagde overeengekomen om de gronden weer (terug) over te dragen aan de gemeente.

Eisers in deze zaak hebben opstalrechten op deze gronden en verzetten zich tegen de overdracht. Ook eisers willen de grond met betrekking tot hun perceel kopen van gedaagde en beroepen zich onder meer op de Didam-regels. Eisers zouden door gedaagde ten onrechte niet als serieuze gegadigde voor de koop van de grond zijn aangemerkt.

Gelden de Didam-regels voor een privaatrechtelijk overheidslichaam?

De voorzieningenrechter beantwoordt eerst de vraag of de regels uit het Didam-arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) überhaupt wel gelden voor gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit niet het geval is. Gedaagde is opgericht door de gemeente en de gemeente is 100% aandeelhouder van de vennootschap. Gedaagde voert verder het privaatrechtelijk beleid van de gemeente uit met betrekking tot de gronden die bij gedaagde in eigendom zijn. Ook is gedaagde niet met openbaar gezag bekleed en geen bestuursorgaan. Dit betekent dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet van toepassing zijn (vgl. ECLI:NL:HR:2003:AF2830) en dat daarom de Didam-regels voor gedaagde dus ook niet gelden.

Kan de aard van de transactie in de weg staan aan toepassing van de Didam-regels?

De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat de Didam-regels ook niet van toepassing zijn vanwege de aard van de transactie en dan vooral de verhouding tussen de gemeente en gedaagde. Tussen de gemeente en gedaagde bestaat een nauwe band in vennootschapsrechtelijke zin, maar ook op het gebied van de bedrijfsvoering van gedaagde.

De transactie heeft betrekking op de overdracht van een complex van gronden door een beleggingsinstelling aan haar 100% aandeelhouder, de gemeente. De gemeente heeft het beheer van de gronden in het verleden op de afstand van de politiek willen zetten, waarbij het uitgangspunt was dat de onroerende zaken als complex in stand zouden blijven. Met een financieel belang van de gemeente voor ogen wordt uitsluitend om fiscale motieven het complex van gronden nu weer aan de gemeente overgedragen.

De voorzieningenrechter vindt verder van belang dat eisers alleen hun eigen perceel willen kopen, terwijl de transactie tussen de gemeente en gedaagde betrekking heeft op het gehele Kampereiland en alle daarvan onderdeel uitmakende gronden die bij gedaagde in eigendom zijn.

Gelet op het voorgaande laat de voorzieningenrechter de vraag of de gemeente is te beschouwen als enige serieuze gegadigde in de zin van het Didam-arrest dan ook onbeantwoord. Aan die vraag wordt immers niet toegekomen als de Didam-regels niet van toepassing zijn.

Conclusie

In deze uitspraak van 20 januari 2025 oordeelt de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet van toepassing zijn op een privaatrechtelijke overheidsrechtspersoon. De Didam-regels gelden dan niet. Daarnaast oordeelt de voorzieningenrechter dat de Didam-regels ook niet van toepassing zijn vanwege de specifieke transactie waar het in deze zaak over gaat.

Bron: Rb Overijssel 20 januari 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:240

Meer weten?

Heeft u vragen over de toepassing van het Didam-arrest in uw praktijk? Het Didam-team van Pels Rijcken adviseert (regionale) overheden over de implicaties van het Didam-arrest. We volgen daarvoor de rechtspraak op de voet.