Home Kennis Een nieuw jaar, nieuwe kansen voor verduidelijking Didam-arrest door de Hoge Raad

Een nieuw jaar, nieuwe kansen voor verduidelijking Didam-arrest door de Hoge Raad

3 januari 2024
Christina Muntinghe
en
Tjalle Bottinga

In 2023 werd met verwachting uitgekeken naar de prejudiciële vragen die de rechtbank Midden-Nederland zou voorleggen aan de Hoge Raad over de rechtsgevolgen van niet Didam-conforme overeenkomsten. Zo gaf de minister van BZK recent nog aan dat hij het oordeel van de Hoge Raad naar aanleiding van deze prejudiciële vragen wenste af te wachten om te beoordelen of wetgeving nodig en wenselijk zou zijn.

Uit een kortgedingvonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 15 december 2023 – over de exploitatie van een tankstation in de gemeente Veenendaal – blijkt dat de gehoopte duidelijkheid nog wat langer op zich laat wachten; de aangekondigde prejudiciële vragen zullen namelijk niet gesteld worden omdat de procedure zeer recent is ingetrokken. De hoop is nu gevestigd op het oordeel van de Hoge Raad in het cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Hoe nu verder?

Kortom, een nieuw jaar met nieuwe kansen voor verduidelijking van de rechtsgevolgen van het Didam-arrest.

Dit alles kan de potentiële gegadigden voor de exploitatie van het bovengenoemde tankstation in de gemeente Veenendaal overigens vooralsnog niet baten. De voorzieningenrechter Midden-Nederland geeft namelijk aan geen reden te zien om anders te oordelen dan hij in zijn uitspraak van 22 maart 2023 heeft gedaan en acht de reeds gesloten erfpacht- en bruikleenovereenkomsten nietig op grond van artikel 3:40 lid 2 BW wegens strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het gelijkheidsbeginsel is volgens de voorzieningenrechter een fundamenteel beginsel dat de strekking heeft om de geldigheid van overeenkomsten aan te tasten en ook derden die geen partij zijn bij de meerzijdige rechtshandeling te beschermen. Daarnaast sluit de voorzieningenrechter niet uit dat ook via de band van artikel 3:40 lid 1 BW tot nietigheid kan worden geconcludeerd. Dit zou zo zijn als de schending van het gelijkheidsbeginsel, als fundamenteel rechtsbeginsel van de Nederlandse rechtsorde, strijd met de openbare orde oplevert.

Als wordt aangenomen dat de reeds gesloten erfpacht- en bruikleenovereenkomsten nietig zijn, herleven de oude huurovereenkomsten (tot 2028), zodat potentiële gegadigden volgens de voorzieningenrechter voldoende tijd hebben om een bodemprocedure te starten. Bij die stand van zaken hebben zij geen belang bij een onmiddellijke voorziening en worden hun vorderingen afgewezen.

Meer weten?

Wilt u meer weten over het Didam-arrest en de mogelijke gevolgen daarvan? Ook in het nieuwe jaar adviseren de advocaten van Pels Rijcken (regionale) overheden over de implicaties van het Didam-arrest.

Bronnen:

  • Rechtbank Midden-Nederland 24 mei 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2418.
  • Kamerstukken II, vergaderjaar 2023-2024, 36419 VII, nr. 85, brief minister BZK d.d. 19 december 2023.
  • Rechtbank Midden-Nederland 15 december 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:6782, r.o. 3.6.12.
  • Hof Arnhem-Leeuwarden 4 april 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2796. Tegen deze uitspraak is cassatie ingesteld onder zaaknummer Hoge Raad: 23/02541.