In de periode waarin Nederland in het kader van de Energietransitie toewerkt naar de ambitieuze opgave om volledig ‘van het gas af’ te komen, is het gebruik van groen gas een van de manieren om bij te dragen aan de verduurzaming van onze energievoorziening. Er zal naar verwachting dan ook steeds meer groen gas op ons gasnet worden ingevoerd waardoor het gebruik ervan logischerwijs toeneemt. Onder meer met als doel om groen gas voor de gebruiker net zo veilig te laten zijn als aardgas, is het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voornemens de Regeling gaskwaliteit, die zijn grondslag vindt in de Gaswet, op een drietal punten te wijzigen. Bovendien consulteert het Ministerie u daarbij. Middels dit blogbericht verschaffen wij u inzicht in de hoofdlijnen van de beoogde aanpassingen in de regeling.
Groen gas
Afgelopen zomer voerde DNV GL Nederland B.V. in opdracht van de toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) onderzoek uit naar het verbrandingsgedrag van groen gas. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten benadrukte SodM de noodzaak tot aanvullende eisen waar het gaat om de veiligheid van groen gas. Vanwege variaties in het productieproces fluctueert de kwaliteit van dit gas sterk, wat de kans op koolmonoxidevergiftiging via cv-ketel, boiler of gasfornuis kan vergroten. Met het oog op het zoveel mogelijk voorkomen van onveilige situaties, adviseerde SodM tot het in de Regeling gaskwaliteit opnemen van absolute onder- en bovengrenzen aan de zogenoemde Wobbe-index. De Wobbe-index is onder andere een maat voor de hoeveelheid energie die per tijdseenheid door een leiding stroomt en houdt verband met de manier waarop apparaten afgesteld zijn. Bij een instelling boven de absolute ondergrens van 42,96 MJ/m3 (n) en onder de absolute bovengrens van 44, 91 MJ/m3 (n) zijn er geen additionele risico’s voor het gebruik van groen gas te verwachten, ten opzichte van aardgas. Wanneer er door de netbeheerders vastgehouden wordt aan bovengenoemde waarden kan groen gas thuis veilig gebruikt worden. Een te lage of te hoge Wobbe heeft tot gevolg dat er in de gas/luchtverhouding van de branders in huishoudelijke toestellen ofwel een teveel aan lucht, ofwel een tekort aan lucht ontstaat. Beide situaties kunnen leiden tot overmatige koolmonoxidevorming. De genoemde grenswaarden waren al opgenomen in een vrijwillig beheerprotocol waaraan de brancheverenigingen van netbeheerders en groen gas producenten zich in oktober 2016 committeerden. Gezien de toenemende kans op en de ernst van koolmonoxidevergiftiging hecht het SodM er bij het gebruik van groen gas waarde aan dat deze grenzen handhaafbaar worden met de Regeling gaskwaliteit.
Waterstof
Van belang is nog dat in de Regeling gaskwaliteit ook de hoeveelheid waterstof die zich in laag-calorisch gas (G-gas) mag bevinden aangepast. Zeker nu is het wenselijk is om waterstof meer ruimte te bieden. Immers, in de toekomst wordt er vanwege verduurzaming en ter vermindering van het aardgasverbruik mogelijk meer waterstof ingezet voor de energievoorziening. Indien er meer ruimte komt voor dergelijke duurzame gassen, wordt de fossiele CO2-uitstoot beperkt. Een belangrijk doel van het kabinet.
Tot slot bleek de Regeling gaskwaliteit niet in overeenstemming met internationale afspraken over transport van gas. Per 1 mei 2016 heeft Gasunie Transport Services (GTS) via de Europese netwerkcode Interoperability & Data Exchange de verplichting om een Grid Connection Agreement (GCA) af te sluiten op elk interconnectiepunt. Nu de GCA vastligt kan ook de Regeling gaskwaliteit hieraan aangepast worden. Dit betekent concreet dat het in de toekomst mogelijk wordt duurzaam gas met een lage Wobbe-index te exporteren.
Gevolgen voor betrokkenen
Nu, zoals gesteld, de aanpassing van de vereisten aan groen gas (de absolute minima en maxima aan de Wobbe-index) een regel is die op dit moment al is opgenomen in het vrijwillige beheersprotocol, verandert het opnemen van deze afspraak in de regeling de praktijk bij invoeders van groen gas niet. Het borgt slechts dat indien nodig deze vereisten gehandhaafd kunnen worden wat met een vrijwillige beheersprotocol niet mogelijk is. Voor de partijen voor wie deze aanpassing relevant is, is er dan ook geen regeldrukeffect. Ook de opname in de regeling van onlangs gemaakte internationale afspraken over de gassamenstelling bij internationaal transport kent geen regeldrukeffect. De verruiming van het gehalte waterstof op het systeem van regionale transportleidingen tot 0,5% heeft waarschijnlijk geen effecten voor de aangesloten gebruikers van gas.
Internetconsultatie
U kunt tot 27 maart 2018 een zienswijze indienen over zowel alle aspecten van de concept-wijzigingsregeling, als op het advies van het SodM. Met name invoeders van gas waaronder groen gas, netbeheerders en afnemers van gas kunnen interesse hebben om in te spreken. Het Ministerie van EZK is daarbij ook geïnteresseerd in meer algemene reacties op het gehalte waterstof dat gebruikers kunnen accommoderen. Ondanks de veronderstelling dat er zich door wijziging van de regeling geen (regeldruk)effecten voor de betrokkenen zullen voordoen, wordt de consultatie juist gebruikt om deze aanname te verifiëren. Als er bezwaren uit de consultatie blijken zou dit reden kunnen zijn om met name de verruiming van het gehalte waterstof niet door te voeren.