Op 11 december presenteerde de Europese Commissie haar Europese Green Deal. Met deze groeistrategie wil Europa in 2050 het eerste klimaatneutrale continent zijn. Een paar van voorgestelde maatregelen: in de lucht- en scheepvaart komt een belasting op brandstof, driekwart van alle transport over de weg moet via water en spoor en de landbouw moet in de toekomst zo min mogelijk impact hebben op de natuur. De Nederlandse regering is voor het overgrote deel voorstander van de belangrijkste voorstellen van de Europese Green Deal, zo blijkt uit een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer.
Nederlandse reactie is overwegend positief
Centraal in de Europese Green Deal staat een verlaging van de emissie met 55% in 2030 ten opzichte van 1990 en met 100% in 2050. Voor dit doel wordt komende zomer een gedetailleerd plan opgesteld, gevolgd door een inventarisatie van alle bestaande wet- en regelgeving die moet worden aangepast. Die inventarisatie gaat gepaard met een herziening van het EU CO₂-emissiehandelssysteem, de EU-ETS.
Nederland steunt deze lijn grotendeels en ziet de Green Deal als ondersteuning van het beleid dat Den Haag eerder met het Klimaatakkoord inzette. Ook in het regeerakkoord heeft het kabinet al veel plannen opgenomen die raken aan de uiteenlopende terreinen van de Green Deal. Bijvoorbeeld waar het gaat om de inzet op een volledig circulaire economie per 2050 (in lijn met het Rijksbrede programma Circulaire Economie), de halvering van gezondheidsschade door luchtkwaliteit per 2030 (in lijn met het Schone Lucht Akkoord), of de ingezette transitie naar kringlooplandbouw.
In het Klimaatakkoord wordt nu nog uitgegaan van een CO₂-reductie van 49% in 2030 (streefgetal), maar het kabinet steunt de ambitie dit op Europees niveau op te schalen naar 55% (met klimaatneutraliteit in 2050). Tegelijkertijd is er de verwachting dat de Europese discussie over het ophogen van het 2030-doel naar 55% niet gemakkelijk zal verlopen. Voor alle lidstaten zal dit een extra opgave betekenen.
Appreciatie van de subdoelen
Tegenover veel van de plannen staat het kabinet positief. Bijvoorbeeld waar het gaat om de aanscherping van het CO₂-emissiehandelssysteem EU-ETS kan het kabinet zich vinden in een aanscherping hiervan voor de luchtvaart. Ook verwelkomt het kabinet de aankondiging van een ambitieuze EU-klimaatadaptatiestrategie.
Positief ontvangen is eveneens het voorstel om de energiebelastingen in lijn te brengen met milieuafwegingen. Net als het aanpassen van de TEN-E-verordening (de richtlijnen voor het stroomlijnen van de vergunningsprocedures voor grote energie-infrastructuurprojecten). Dit om de uitrol van grensoverschrijdende en regionale infrastructuur op het gebied van hernieuwbare energie, schone waterstof en de afvang en opslag van CO₂ te bevorderen.
Tegenover het voorstel voor een koolstofheffing (Carbon Border Adjustment Mechanism) aan de buitengrenzen van de Europese Unie staat het kabinet “positief nieuwsgierig”. Het instrument wordt gezien als van belang voor het creëren van een gelijk mondiaal speelveld.
Ruimte voor verbetering
In andere aspecten van de Green Deal ziet het kabinet nog ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld waar het gaat om een uitbreiding van EU-ETS naar de scheepvaart en de gebouwde omgeving. Vanwege de prijsinelasticiteit van deze sectoren leidt die aanpak waarschijnlijk niet tot de benodigde innovatie, aldus de appreciatie. Ten aanzien van andere onderwerpen binnen het thema mobiliteit mist het kabinet in de voorstellen nog aandacht voor innovatie zoals elektrisch vliegen, het personenvervoer per spoor (mede als alternatief voor luchtvaart) en een visie op de verduurzaming van de logistiek. Daarvoor zal het kabinet aandacht vragen van de Commissie.
Ook beschouwt het kabinet het vergroten van het oppervlak beschermde natuur niet als de meest effectieve oplossing voor het versterken van de natuur en de biodiversiteit in Nederland. Het kabinet zou graag meer nadruk zien op natuur-inclusiviteit; het integreren van natuurwaarden in economische activiteiten en andere sectoren van publiek belang zoals infrastructuur, duurzame stedelijke ontwikkeling en energie. Ook het wegnemen van belemmeringen in regelgeving bij het creëren van nieuwe natuur noemt het kabinet als aandachtspunt. Plannen op het gebied van landbouw zouden bovendien nog verder moeten worden uitgewerkt.
Ook zijn er bij verschillende lidstaten, waaronder ook Nederland, vragen over de sociaaleconomische gevolgen van de transitie en hoe die moeten worden opgevangen. Tot slot is het kabinet positief gestemd over de Europese Klimaatwet, maar ziet nog wel graag dat naast het 2050-doel ook het 2030-doel in de wet wordt opgenomen, waarbij een tijdige Impact Assessment inzichtelijk zal moeten maken wat de (maatschappelijke) gevolgen zullen zijn van het ophogen van het 2030-reductiedoel.
Raadpleeg hier de Kamerbrief en hier het uitgebreidere document over de Nederlandse appreciatie van de Europese Green Deal.