Met de jaarwisseling nog vers in het geheugen besteden wij in dit blog aandacht aan een aantal landelijke fiscale regels die per 2020 zijn gaan gelden op het gebied van mobiliteit. Vanaf 1 januari 2020 beoogt de regeling voor de ‘fiets van de zaak’ meer werknemers uit de auto te krijgen. Bovendien wordt de aanschaf van elektrische busjes voor doelgroepenvervoer fiscaal aantrekkelijker. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zet hiermee (verder) in op duurzaam vervoer in 2020.
Fiets van de zaak
De nieuwe fiscale regeling voor de ‘fiets van de zaak’ maakt het privégebruik van (elektrische) fietsen en zogenaamde speed pedelecs van de zaak eenvoudiger. Het privégebruik van deze fietsen brengt voordeel met zich en over de waarde van dit voordeel moet loonbelasting worden betaald. Waar de werkgever aanvankelijk de werkelijke waarde van dit voordeel moest vaststellen, geldt vanaf 2020 een vast tarief en wordt jaarlijks 7% van de waarde van de fiets bij het inkomen geteld. De 7% bijtelling geldt ook als de fiets alleen zakelijk wordt gebruikt.
Kleine ondernemers en zzp’ers kunnen ook gebruik maken van deze regeling.
Belastingvoordelen elektrisch vervoer
In 2020 blijven belastingvoordelen voor de bezitters van elektrische auto’s gelden. Zo betaalt een bezitter van een elektrische auto geen motorrijtuigenbelasting. En betalen kopers van nieuwe elektrische auto’s geen aanschafbelasting. Beide regelingen gelden tot 2025.
Ook wordt de aanschaf van elektrische busjes voor doelgroepenvervoer vanaf 2020 extra aantrekkelijk. In 2020 mogen bedrijven, mits ze aan de voorwaarden voldoen, 36% van de aanschafwaarde van het busje aftrekken van hun (winst)belasting. In 2019 was dat nog 27%.
Raadpleeg het document Belangrijkste wijzigingen belastingen 2020 en het bericht Belastingvoordelen voor elektrische auto’s.