De ontwikkeling van generatieve artificiële intelligentie (GenAI) is niet onopgemerkt gebleven. ChatGTP groeide van een ‘klein onderzoeksproject’ van OpenAI uit tot een household name met inmiddels meer dan 180 miljoen actieve gebruikers per maand. Ook andere GenAI-toepassingen die in staat zijn afbeeldingen en andere vormen van content te genereren, zijn steeds toegankelijker geworden en daarmee populairder geworden. Net als bij de opkomst van de internetzoekmachine roept het gebruik van GenAI door het grote publieke verschillende juridische vragen op. Vaak staat daarbij de balans tussen innovatie en het waarborgen van fundamentele rechten en vrijheden centraal. In dit artikel bespreken wij GenAI als volgende stap na de traditionele zoekmachine. Wij onderscheiden daarbij de zogenaamde in- en outputfasen als afzonderlijke verwerkingsmomenten bij GenAI-toepassingen. Wij zien in de wetgeving en jurisprudentie argumenten die ruimte bieden aan de ontwikkeling van GenAI (inputfase) en tegelijkertijd een uitbreiding van de reikwijdte van het verbod op geautomatiseerde besluitvorming (outputfase). Wij vatten onze bevindingen samen in enkele afsluitende opmerkingen.
Garbage in, garbage out
Auteurs: E.W.V. Stevens en L. Groeneveld
Bron: Mediaforum 2024, nr. 5, p. 147-154