Het is natuurlijk heel comfortabel om op een hete zomerdag de slaapkamer met een airco te koelen. En de winning van warmte met een duurzaam alternatief, bijvoorbeeld door inzet van een warmtepomp, is interessant voor degene die van het gas af wil. Deze vormen van temperatuurregulering kennen echter ook nadelen. Zo is een regelmatig gehoorde klacht dat de buitenunit van de warmtepomp of airco veel geluid geeft, waardoor niet alleen buren overlast kunnen ervaren maar je mogelijk zelf ook niet meer rustig in de tuin kunt zitten. Voorheen kende het Bouwbesluit alleen geluidsgrenzen voor vaste airco’s en ventilatoren en andere installaties die zich binnenshuis bevinden. Per 1 april 2021 is echter een wijziging van het Bouwbesluit in werking getreden waarbij ook geluidseisen gesteld worden aan buiten opgestelde installaties voor warmte- of koudeopwekking. Wij nemen u mee door die wijzigingen. Daarnaast gaan we in op de Standaard voor woningisolatie, die aangeeft wanneer een woning goed genoeg is geïsoleerd om aardgasvrij te kunnen worden en dus in aanmerking komt voor verwarming middels een warmtepomp.
Geluidseisen aan installatie voor warmte- of koudeopwekking
De aanpassingen van het Bouwbesluit zien op artikel 3.8 en 3.9. Aan artikel 3.8 van het Bouwbesluit 2012 is een tweede lid toegevoegd waarin is geregeld dat een installatie voor warmte- of koudeopwekking in de buitenruimte − een warmtepomp of airco dus − niet meer dan 40 dB geluid mag veroorzaken op de perceelgrens van een aangrenzend perceel met woonfunctie. Ook het geluid gemeten ter plaatse van een te openen raam of deur van een woning op hetzelfde, of een aangrenzend perceel mag de 40 dB niet overschrijden. Zo is geregeld in een aan artikel 3.9 van het Bouwbesluit toegevoegd derde lid. De eisen gelden alleen voor woningen en woongebouwen, zodat vooral buren beter worden beschermd tegen het (hinderlijke) geluid van buiten opgestelde warmte- of koude installaties. Warmtepompen of airco’s moeten dan ook op voldoende afstand van de buren worden geplaatst, of worden afgeschermd, zodat de gestelde 40 dB niet wordt overschreden.
Bepalingsmethode geluidsniveau
De bepalingsmethode van het geluidsniveau is vervolgens vastgelegd in de aangepaste Regeling Bouwbesluit 2012 (nieuw artikel 3.11). Het geluidsniveau wordt bepaald aan de hand van een geluidsmeting op locatie, zoals gebruikelijk bij geluidseisen in de bouw- en milieuregelgeving. Dat de wettelijke bepalingsmethode een meetmethode op locatie is, betekent echter niet dat bij buiten opgestelde installaties daadwerkelijk een meting moet plaatsvinden. Op basis van akoestische berekeningen of praktijkrichtlijnen kan vooraf aannemelijk worden gemaakt dat zal worden voldaan aan de geluidseis. Voor deze berekeningen heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een praktische rekentool laten opstellen die sinds half november beschikbaar is. Daarin staan onder meer afbeeldingen van voorbeeldsituaties van de wijze waarop installaties op een perceel kunnen zijn opgesteld, met of zonder aanwezige tuinschermen en schuurtjes. De gewijzigde Regeling is tegelijk met de wijziging van het Bouwbesluit in werking getreden.
Opmars warmtepompen
De warmtepompmarkt vertoont een sterke groei. Niet alleen worden er meer verkocht, ook neemt de warmteproductie ervan toe. Verwacht wordt dat de aangescherpte geluidseisen de warmtepomp helpt in zijn (verdere) opmars en bovendien de ontwikkeling van nieuwe stillere warmtepompen versnelt. Als de installatie voor minder overlast bij de buren zorgt is de verwachting immers dat de verkoop van de warmtepomp de komende tijd alleen nog maar verder zal toenemen.
Stelselherziening omgevingsrecht
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt het Bouwbesluit 2012 vervangen door het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De nieuw toegevoegde artikelen 3.8 lid 2 en 3.9 lid 3 van het Bouwbesluit zijn woordelijk overgenomen in het Bbl (zie respectievelijk artikel 4.107 lid 2 Bbl en artikel 4.108 lid 3 Bbl). Dit betekent dat dezelfde aangescherpte geluidseis van 40 dB ook onder het regime van de Omgevingswet zal blijven gelden. De manier waarop het geluidsniveau van installaties voor warmte- en koudeopwekking wordt bepaald, zal landen in de Omgevingsregeling.
Standaard voor woningisolatie
Recentelijk presenteerde de minister van BZK naar aanleiding van afspraken uit het Klimaatakkoord ook de Standaard voor woningisolatie. Deze standaard dient als referentie voor wat als goede en toekomstvaste woningisolatie kan worden beschouwd. Op basis hiervan kunnen gebouweigenaren bepalen wanneer een woning goed genoeg is geïsoleerd zodat deze kan worden aangesloten op duurzame bronnen met een lagere temperatuurwarmte (zoals bijvoorbeeld een warmtepomp).
De standaard houdt daarbij rekening met de bouwkundige kenmerken van een woning. Zo wordt bijvoorbeeld voor woningen met een bouwjaar van 1945 of eerder een minder vergaande standaard voorgesteld, nu het isoleren van gevels bij een aanzienlijk deel van deze woningen een stuk lastiger is en deze in de praktijk om technische, sociale of economische redenen vaak niet op een standaard kan worden gebracht die vergelijkbaar is met nieuwere woningen. Bovendien krijgt de standaard een plek op het energielabel voor woningen, zodat potentiële kopers bij de aankoop en financiering van een huis rekening kunnen houden met de werkzaamheden die eventueel nog moeten plaatsvinden om de woning geschikt te maken voor een overstap op aardgasalternatieven. In de toekomst wordt verwarming zonder aardgas in woningen immers de norm.
Bekijk hier het besluit tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 en hier het besluit tot wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012. Raadpleeg hier de Kamerbrief over de standaard voor de isolatie van bestaande woningen.