Representatieve groep deelnemers
In lijn met het advies van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ziet het kabinet een burgerforum voor zich van 150 tot 200 deelnemers (het ‘minipubliek’). Een groep van ten minste 150 burgers, gekozen via een representatieve steekproef, is volgens het CBS nodig om een voldoende inclusieve afspiegeling van de gehele bevolking te krijgen. Deelnemers zullen worden geselecteerd door middel van een gewogen loting uit de gehele bevolking. In een tweede selectieronde worden vervolgens specifieke kenmerken meegewogen zoals opleiding, gender, leeftijd, inkomen, etniciteit en standpunt ten aanzien van klimaat en energie. Belangrijk daarbij is transparant te communiceren over het selectieproces. Als verschillende mensen en meningen uit de samenleving in het burgerforum goed vertegenwoordigd zijn, kunnen niet-deelnemende burgers zich beter in het forum herkennen, zo is het idee. Bovendien kan op die manier een brede en diverse groep deelnemers bijdragen aan nieuwe en creatieve ideeën. Er komt een vergoeding beschikbaar zodat mensen tijd vrij kunnen maken om deel te nemen aan het burgerforum, inclusief reiskosten en waar nodig kinderopvang. Voorzieningen moeten het bovendien mogelijk maken dat ook mensen met een beperking kunnen deelnemen. Op die wijze probeert het plan het voor verschillende soorten participanten mogelijk te maken om volwaardig mee te doen.
Wat de minister betreft komt de leeftijdsgrens voor deelnemers te liggen op zestien jaar. In principe zou achttien jaar – de stemgerechtigde leeftijd – een logische benadering zijn, zo benoemt hij. Echter is het nadeel daarvan dat dit jongeren onder de achttien jaar zou uitsluiten terwijl juist zij de gevolgen van klimaatverandering het meest zullen merken. In navolging van burgerfora in Oostenrijk en Frankrijk kiest de minister er daarom voor om de leeftijdsgrens bij zestien jaar te trekken.
Input van de bredere samenleving
Het betrekken van de bredere samenleving (het ‘maxipubliek’) vooraf, tijdens en na het burgerforum zou zorgen voor een betere verbinding met het democratische proces, meer bekendheid met het burgerforum en de samenstelling ervan en vergroot bovendien de kans dat uitkomsten als legitiem worden ervaren. Daarom moet het voor geïnteresseerden voorafgaand mogelijk worden via bijvoorbeeld digitale vormen zoals online-panels mee te denken over het onderwerp en de vraagstelling. Zo kan worden gepeild of de gekozen vraagstelling voor de deelnemers goed aansluit bij de voorkeuren in de samenleving en er voldoende belang aan het onderwerp wordt gehecht. De lezingen van experts en de debatten met de deelnemers van het burgerforum moeten daarnaast op livestreams te volgen en terug te kijken zijn. Alle informatie die tijdens het proces met deelnemers gedeeld wordt is verder openbaar. Via een online-dialoog, bijvoorbeeld onder de noemer ‘Burgerforum vraagt Nederland’ kunnen conceptadviezen worden getoetst en kunnen mensen ideeën aandragen. Dit kan worden aangevuld met fysieke gesprekken met specifieke groepen zoals jongeren, bijvoorbeeld op scholen. Na afloop wordt de samenleving betrokken bij de evaluatie van de eindresultaten. De nadruk ligt daarbij op het verzamelen en visualiseren van de belangrijkste opinies, argumenten en aanvullende ideeën. Een referendum over de aanbevelingen heeft volgens de minister evenwel niet de voorkeur.
Tijdsframe
De minister benadrukt dat het organiseren van een burgerforum “een aanzienlijke onderneming en een intensief proces” is. Er zullen zeker vijf à zes maanden nodig zijn voor de voorbereidingen. De periode waarvoor het burgerforum wordt ingericht hangt daarnaast sterk samen met het gekozen vraagstuk. Hoe complexer het vraagstuk, hoe meer tijd er nodig is. Indien de vraagstelling aansluit bij een bepaald beleidsproces, kan het resultaat van het burgerforum uiteraard aan effectiviteit winnen. Zeker als het qua timing aansluit op de beleidscyclus: het cyclische proces van voorbereiding, opstelling, besluitvorming, uitvoering en evaluatie van beleid. De beleidscyclus van de Klimaatwet kan volgens de minister bijvoorbeeld een goed aanknopingspunt bieden.
Wil het burgerforum half oktober 2023 van start gaan, zoals beoogd, dan zullen kabinet en Tweede Kamer hierover voor april een positief besluit moeten nemen.
Raadpleeg hier de Kamerbrief en het volledige document Burgerforum klimaat en energie - Voorstel invulling randvoorwaarden.