Home Kennis Afwijken van handhavingsbeleid? Alleen voldoende gemotiveerd!

Afwijken van handhavingsbeleid? Alleen voldoende gemotiveerd!

Met het oog op definitieve geschilbeslechting oordeelt de rechtbank Midden-Nederland in een recente uitspraak dat het college niet voor de tweede maal de gelegenheid krijgt een gebrekkig gemotiveerde last onder dwangsom te repareren. Ondanks dat enkele geconstateerde gebreken hersteld zijn, is het college er volgens de rechtbank nog onvoldoende in geslaagd duidelijk te maken waarom in afwijking van het handhavingsbeleid en de daarin opgenomen interventiematrix is gekozen voor sanctionering in de vorm van het opleggen van een last onder dwangsom. Nu het college de herstelmogelijkheid niet volledig heeft benut en het belangrijk is dat het geschil finaal wordt beslecht voorziet de rechtbank zelf in de zaak.

Tussenuitspraak

De eigenaren van een perceel in de provincie Utrecht hebben verschillende overtredingen begaan die zien op de daar aanwezige houtopstanden, het gebruik van gemeentelijke gronden als tuin en het overschrijden van de erfafscheiding. Het college heeft vervolgens vanwege de aard, omvang en ernst van de negatieve gevolgen die deze overtredingen met zich meebrengen op het woon- en leefklimaat in de directe omgeving, besloten te handhaven middels meerdere lasten onder dwangsom.

In een eerdere tussenuitspraak over de zaak trok de rechtbank weliswaar de conclusie dat er sprake was van verschillende overtredingen waarvoor het college bevoegd was om handhavend op te treden, maar volgens de rechtbank kleefden aan de genomen besluiten diverse gebreken. Zo had het college ten onrechte lasten onder dwangsom opgelegd voor de houtopstanden en voor het gebruik van de gronden als tuin, de last onder dwangsom voor de erfafscheiding te verstrekkend geformuleerd, en bovendien niet gemotiveerd waarom het heeft afgeweken van de interventiematrix zoals opgenomen in het lokale handhavingsbeleid dat leidend is voor de wijze waarop het college in voorkomende gevallen handhavend optreedt. De geconstateerde overtredingen leenden zich volgens het lokale handhavingsbeleid namelijk niet voor sanctionering door middel van een last onder dwangsom, aldus de rechtbank. Middels toepassing van de bestuurlijke lus van artikel 8:51a Awb heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om deze gebreken te herstellen.

Motiveringsgebrek niet hersteld

Die mogelijkheid heeft het college echter maar gedeeltelijk benut. Waar de meeste geconstateerde gebreken zijn hersteld, heeft het college volgens de perceeleigenaren en ook volgens de rechtbank nog altijd niet voldoende kunnen motiveren waarom het in afwijking van de in het handhavingsbeleid opgenomen interventiematrix toch handhavend optreedt in de vorm van een last onder dwangsom.

Volgens de rechtbank heeft het college, zoals ook al genoemd in de tussenuitspraak, de overtredingen geclassificeerd in categorie ‘A4’ van de interventiematrix. Deze categorie ziet op situaties waarin de overtreders goedwillend zijn, maar waarbij de mogelijke gevolgen van de overtreding(en) aanzienlijk, dreigend of onomkeerbaar zijn. Bij een correcte toepassing zou de overtreding volgens de rechtbank echter in categorie A1, A2 of A3 moeten vallen. De hoofdregel is immers dat het college handelt in overeenstemming met het handhavingsbeleid, waarbij er alleen afgeweken mag worden als de toepassing voor een of meer belanghebbenden onevenredige gevolgen zou hebben. Het college moest daarom toelichten waarom voor deze afwijking is gekozen en heeft dit in het herstelde besluit nog altijd niet gedaan. In plaats daarvan heeft het college het enkele standpunt ingenomen dat het niet in strijd met zijn eigen handhavingsbeleid heeft gehandeld. Zodoende kleeft er aan het bestreden besluit nog steeds een motiveringsgebrek.

Uitgangspunt van finale geschilbeslechting

De rechtbank moet vervolgens beslissen hoe de zaak afgehandeld moet worden, waarbij uitgangspunt is dat de rechtbank het geschil zo veel mogelijk zelf beslecht. De rechtbank heeft dan meerdere opties en zou bijvoorbeeld via een bestuurlijke lus of vernietiging van het bestreden besluit de zaak terug kunnen leggen bij het college, die dan nogmaals moet motiveren waarom het afwijkt van zijn eigen handhavingsbeleid. De rechtbank vindt dit echter geen passende afdoening, nu het college al een keer een kans heeft gekregen om het besluit op dit punt nader te motiveren en hier geen gebruik van heeft gemaakt. De rechtbank wil het college daarom niet nóg een kans geven en vernietigt het bestreden besluit waarna de rechtbank zelf het handhavingsbeleid naar behoren toepast. Dat betekent in deze zaak dat geen last wordt opgelegd.

Raadpleeg hier de volledige uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 25 juni 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:3927.