De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Wattel over de rol van het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht. Het vertrouwensbeginsel is één van de ‘algemene beginselen van behoorlijk bestuur’ (abbb’s). Uitgangspunt in het vertrouwensbeginsel is dat wie op goede gronden - bijvoorbeeld na een duidelijke toezegging of naar aanleiding van uitlatingen of gedragingen - erop mag vertrouwen dat de overheid een bepaald besluit neemt, daar ook recht op heeft.
De Afdeling bestuursrechtspraak vraagt staatsraad advocaat-generaal Wattel in zijn conclusie in te gaan op de vraag of uitlatingen namens een overheidsorgaan het gerechtvaardigde vertrouwen kunnen wekken dat het overheidsorgaan geen herstelsanctie (zoals een dwangsom of bestuursdwang) zal opleggen wegens het zonder vergunning hebben van een dakopbouw. Als dat zo is, dan wil de Afdeling bestuursrechtspraak weten aan welke eisen zo’n uitlating moet voldoen. Is daarbij bijvoorbeeld van belang hoe concreet de uitlating in kwestie is, en kan het tijdsverloop tussen de overtreding en de aankondiging van de herstelsanctie een rol spelen?
De zitting vond op 22 januari 2019 plaats. Staatsraad advocaat-generaal Wattel zal hier de komende weken een conclusie over schrijven. Op dit blog houden wij de ontwikkelingen in deze kwestie voor u in de gaten.
Lees hierover meer in het persbericht van de Raad van State van 19 oktober 2018.