Home Kennis Planschade en verandering in magneetveldzones

Planschade en verandering in magneetveldzones

Geen planologische verslechtering door een 380/380kV-lijn, nu deze lijn er niet per definitie toe leidt dat de onroerende zaken van appellanten in een magneetveldzone met een hogere stralingsbelasting komen te liggen.

Wat speelde er?  

Deze uitspraken draaien om twee planschadeverzoeken over hetzelfde plan en vanwege dezelfde bestemming. In Helmond zijn met het bestemmingsplan “Brandevoort II” twee hoogspanningslijnen wegbestemd en is in plaats daarvan één gecombineerde 380/380kV-lijn bestemd. In de tussenuitspraken die aan de voorliggende einduitspraken vooraf gingen (o.a. ABRvS 14 november 2018, nr. 201609791/1/A2) had de Afdeling al geoordeeld dat deze wijziging geen planologische verslechtering vanwege een verlies van uitzicht en geluidsbelasting met zich brengt. Echter bleef de vraag openstaan of door de bestemmingswijziging de eigendommen van appellanten dieper in de magneetveldzone van 0,4 microtesla kwamen te liggen. In de tussenuitspraken verbond de Afdeling daaraan de opmerkenswaardige conclusie dat de (subjectieve) vrees voor gezondheidsschade vanwege de magneetzone van invloed kan zijn op de waarde van de woning. Daarom zond de Afdeling het college van Helmond heen met de opdracht om te onderzoeken of de zaken van appellanten bij de meest nadelige invulling van de bestemming binnen een magneetvelzone met een hoger jaargemiddelde dan 0,4 microtesla komen te liggen. 

Hoe oordeelt de Afdeling?  

Blijkens de einduitspraken heeft het college van Helmond DVN GL verzocht te onderzoeken of onder het nieuwe planologische regime inderdaad een verandering in de magneetveldzone optreedt. Het onderzoek bleek lastig uit te voeren, omdat een 380/380kV-lijn zoals in Helmond is bestemd nog nergens elders in Nederland stond. DNV GL heeft zich van de Afdeling mogen baseren op de gegevens die bekend zijn van een dergelijke lijn die in Groningen in ontwikkeling is. DNV GL stelt op basis daarvan vast dat de zaken van appellanten “niet per definitie” in een sterkere magneetveldzone komen te liggen. Dit voert de Afdeling tot het oordeel dat van een planologische verslechtering geen sprake is. 

Appellanten krijgen overigens wel een vergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn, nu tussen het moment van het bezwaarschrift en deze einduitspraken bijna zeven jaar heeft gezeten. 

Wat kunt u met deze uitspraak?  

Deze einduitspraken vormen vooral een sluitstuk van de interessante ontwikkeling waarin de mogelijkheid is opgeworpen dat een planologische verandering die een vrees voor (gezondheids)schade met zich brengt, een planologische verslechtering is die kan leiden tot een recht op planschadevergoeding. 

Met deze einduitspraken is in dat kader vooral duidelijk geworden dat echter niet snel sprake is van zo’n planologische verslechtering. De uitkomst van het onderzoek van DNV GL naar de verandering in magneetzones klinkt niet al te hard – de planologische wijzing leidt “niet per definitie” ertoe dat de stralingsbelasting op de zaken van appellanten toeneemt. Dit duidt erop dat een hogere mate van zekerheid nodig is dat de stralingsbelasting wel toeneemt, om met succes aan te kunnen voeren dat hierdoor een vrees voor (gezondheids)schade ontstaat die van invloed is op de waarde van een onroerende zaak.

ABRvS 20 mei 2020, nr. 201609791/2/A2 en nr. 201609908/2/A2Planschade, 380/380kV-lijn, vrees voor gezondheidsschade