Op 4 oktober 2018 publiceerde de Afdeling advisering van de Raad van State het advies over de nota van wijziging bij het initiatiefwetsvoorstel voor een Klimaatwet. Lees over de Klimaatwet ook ons eerdere blog: Akkoord over de Klimaatwet. Het wetsvoorstel biedt een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen en is er op gericht een stabiel raamwerk met een stip op de horizon te bieden zodat voor burgers, overheden en bedrijven langjarige zekerheid ontstaat over de klimaatdoelen.
Nota van wijziging
De door de Afdeling beoordeelde nota van wijziging kent in vergelijking met het eerder initiatiefwetsvoorstel, drie aangepaste klimaatdoelstellingen. Zo wordt in de nota van wijziging uitgegaan van een broeikasgasreductie van 95% in Nederland in 2050 ten opzichte van 1990 – dit betreft een resultaatsverplichting – en geldt voor 2030 een streefwaarde van 49% broeikasgasreductie ten opzichte van 1990. Een derde doelstelling heeft betrekking op elektriciteitsproductie. In de nota van wijziging is het nevendoel gesteld van een 100% CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050 als streefwaarde. Het wetsvoorstel kent overigens geen wetgevingsagenda om dit alles te realiseren. Dat verrast niet omdat het initiatiefwetsvoorstel enkel is bedoeld om doelen te stellen en de mogelijkheid te bieden om kaders geven. Hierna pas volgt de invulling ervan.
Advies en reactie initiatiefnemers
Het advies van de Afdeling kent een aantal interessante elementen. Eén ervan is dat de Afdeling adviseert om kosteneffectiviteit als materiële norm voor het op te stellen klimaatbeleid op te nemen. De initiatiefnemers nemen het voorstel echter niet over omdat naast kosteneffectiviteit, ook andere overwegingen een rol kunnen spelen. Verwezen wordt naar de gebouwde omgeving. De maatregelen die daar genomen moeten worden zijn niet altijd de meest kosteneffectieve maatregelen op de korte termijn. De opgave richting 2050 is echter zo groot, zo merken de initiatiefnemers op, dat nu al begonnen moet worden met het nemen van maatregelen. De regering moet de vrijheid houden om zelf te bepalen op welke wijze de klimaatdoelstellingen uit de wet worden gehaald. Dat zou kunnen worden doorkruist als kosteneffectiviteit als materiële norm in de Klimaatwet wordt opgenomen.
Een ander interessant element van het advies betreft de rol van de Eerste en Tweede Kamer. De Afdeling merkt op:
“Het kan niet zo zijn dat de Staten-Generaal weliswaar in abstracto de Klimaatwet onderschrijven, maar dat zij, wanneer het aankomt op ondersteuning van wettelijke maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van beleid, onder omstandigheden niet thuis geven. De Afdeling benadrukt dat met het initiatiefwetsvoorstel niet alleen de regering een verantwoordelijkheid krijgt voor de klimaatdoelstellingen en voor een consistent beleid voor de lange termijn, maar ook de Staten-Generaal. Haar past wat dat betreft geen vrijblijvende houding.”
De initiatiefnemers reageren hierop met de opmerking dat het parlement met het initiatiefvoorstel een belangrijke stap zet door emissiereductiedoelen te stellen en procedurele kaders te geven om die te halen. Hierna is het aan de regering om hier invulling aan te geven, die vervolgens door het parlement wordt gecontroleerd. Aldus een verwijzing van de initiatiefnemers naar de rolverdeling binnen de trias politica.
Uitspraak hoger beroep Urgenda
Op 9 oktober 2018 deed het gerechtshof Den Haag uitspraak in de procedure Staat/Urgenda. De Staat wordt op basis van deze uitspraak gedwongen zodanige maatregelen te nemen dat in 2020 25% broeikasgasemissiereductie wordt gerealiseerd, vergeleken met het jaar 1990. Omdat het initiatiefwetsvoorstel reductiedoelstellingen kent voor 2030 en 2050 is het de vraag of deze uitspraak invloed zal hebben op de verdere totstandkoming van de Klimaatwet.
Raadpleeg hier het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de nota van wijziging bij het initiatiefwetsvoorstel voor een Klimaatwet.
Onder de noemer Pels Rijcken 1.5° bundelen wij al onze kennis, expertise en activiteiten op het gebied van klimaatverandering en energietransitie. Want alle vraagstukken grijpen in elkaar, net als alle oplossingen. Pels Rijcken: Oog voor samenhang.