Het wordt steeds drukker op de weg. De afgelopen jaren is het aantal files fors toegenomen en ook de komende vier jaar wordt een toename in files van rond de 40% verwacht. De capaciteit van het weggennet en het openbaar vervoer is op dit moment onvoldoende om de stijgende vraag naar mobiliteit op te vangen. Om te voorkomen dat Nederland letterlijk vastloopt en om aan de klimaat- en milieudoelstellingen te voldoen, is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voornemens de mobiliteit de komende jaren anders te richten. Daartoe boden minister en staatssecretaris op 7 juni de zogeheten ‘Schets Mobiliteit naar 2040’ aan de Tweede Kamer aan. In deze schets wordt aan de hand van voorspellingen over het vervoer in 2040 richting gegeven aan het te voeren mobiliteitsbeleid. De daarin neergelegde ambities en speerpunten zouden moeten bijdragen aan het realiseren van een ‘veilig, robuust en duurzaam’ mobiliteitssysteem.
Ambities en speerpunten
De komende jaren staan in elk geval betere verbindingen tussen economische centra in binnen- en buitenland centraal. Naast de aanleg van nieuwe infrastructuur, is verbetering van bestaande infrastructuur middels vervanging en renovatie één van de speerpunten. Een ander speerpunt is het realiseren van betere aansluitingen en verbindingen tussen de verschillende vervoersmiddelen. In dit verband worden ‘multimodale hubs’ genoemd. Dit zijn knooppunten aan de randen van steden waar reizigers soepel op andere vormen van vervoer kunnen overstappen. Vervoersknooppunt Bleizo in Zoetermeer/Lansingerland dat recentelijk geopend is, vormt daar een mooi voorbeeld van. Ook komt er een stevigere inzet op verbetering van de verkeersveiligheid en het beheersen van cyberrisico’s. Tot slot staat uiteraard een vermindering van de CO2-uitstoot van de verkeerssector bovenaan de prioriteitenlijst.
Korte afstanden
Het ministerie van IenW verwacht dat in stedelijke gebieden in de toekomst vooral gebruik wordt gemaakt van openbaar vervoer en (elektrische) fietsen. Het traditionele openbaar vervoer maakt in deze visie plaats voor flexibele mobiliteitsdiensten. In laagstedelijke gebieden blijft de auto een belangrijk vervoermiddel. De auto is in 2040 wel veiliger, schoner en stiller. Ook deelconcepten voor auto’s en fietsen nemen in populariteit toe.
Het ministerie zet voor vervoer over korte afstanden voornamelijk in op het aantrekkelijker en toegankelijker maken van het openbaar vervoer. Daarnaast zullen flexibele vervoersconcepten en innovaties in mobiliteit zoals zelfrijdende auto’s en vliegende taxi’s belangrijker worden.
Middellange afstanden
De verwachting is dat reizigers in 2040 vaker gebruik maken van verschillende soorten vervoersmiddelen. De auto blijft het belangrijkste vervoermiddel op middellange afstand. Deze auto’s zijn in 2040 grotendeels zelfrijdend en emissieloos. Om tegemoet te komen in de mobiliteitsbehoefte is de aanleg van infrastructuur en het verbeteren van bestaande infrastructuur het antwoord. Voor zowel middellange als lange afstanden worden verschillende netwerken met elkaar verbonden. Dit in samenwerking met andere Europese landen en de industrie.
Lange en internationale afstanden
Voor lange afstanden blijft het vliegtuig het belangrijkste vervoermiddel. Het ministerie van IenW zet, naast een (duurzame) ontwikkeling van de luchtvaart, voornamelijk in op verbetering van het internationale treinvervoer. Ook wordt de aansluiting tussen de luchtvaart en de internationale trein verbeterd. Treinvervoer moet, voornamelijk op afstanden met een reistijd tot 6 uur, een aantrekkelijk en duurzaam alternatief voor vliegen worden. Doel is dat vanaf 2025 twee miljoen reizigers extra voor de internationale trein, in plaats van voor het vliegtuig, kunnen kiezen.
Goederenvervoer
Ook voor het goederenvervoer zijn aanpassingen noodzakelijk. Het ministerie van IenW verwacht dat het goederenvervoer, door de bundeling van vervoersstromen en inzet van distributiesystemen, in 2030 efficiënter en duurzamer is. Buisleidingen bieden een goed alternatief voor het vervoer van bijvoorbeeld gassen en vloeistoffen. Ook uitwisseling van digitale (logistieke) data kan daarbij helpen.
Tot slot
De schets is een eerste stap richting een duurzaam mobiliteitssysteem. De maatregelen zullen grotendeels bekostigd worden uit het Mobiliteitsfonds. Ook worden andere fiscale maatregelen en wet- en regelgeving ingezet.
Lees hier de Kamerbrief van 7 juni 2019 over de ‘Schets Mobiliteit naar 2040’.