Home Kennis Klimaatbestendigheid van de land- en tuinbouwsector

Klimaatbestendigheid van de land- en tuinbouwsector

16 juli 2019
Marije van Mannekes
en
Aart Jan van der Ven

Door klimaatverandering neemt de kans op overstromingen, wateroverlast, hitte en droogte toe. Dit maakt klimaatadaptatie – de ruimtelijke maatregelen om de gevolgen van de klimaatverandering zoveel mogelijk te beteugelen – tot een urgente opgave. Ook in het recent bekendgemaakte ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is klimaatadaptatie een belangrijk uitgangspunt voor (toekomstig) ruimtelijk beleid. Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) benadrukt dat niet alleen de overheid, maar ook burgers en bedrijven een verantwoordelijkheid hebben op dit punt. De grote gevolgen van klimaatverandering voor de landbouwsector verdienen echter extra overheidsaandacht.

Gedeelde verantwoordelijkheid met burgers en bedrijven

De bevoegdheid voor (grond)waterpeilen ligt bij de waterschappen en hemelwaterafvoer en riolering is een taak van de gemeenten. Waar ook het toekomstbestendig maken van onze kust, dijken en Deltawerken overheidstaken zijn, is een groot deel van Nederland echter particulier terrein. Daarom benadrukt de minister dat naast gemeenten en waterschappen ook bedrijven en bewoners aan de slag moeten. Een groene achtertuin of een kantoor met een groen, begroeid dak dat water vasthoudt, kan bij wateroverlast als natuurlijke ‘spons’ dienen. In tijden van hitte geeft meer groen bovendien verkoeling. Het Rijk ondersteunt al diverse pilots waar in de praktijk wordt bekeken hoe financiële prikkels ingezet kunnen worden, waarmee bewoners en bedrijven gestimuleerd kunnen worden om maatregelen te nemen op eigen terrein. Ook zijn er al decentrale overheden die subsidieregelingen hebben, zoals bijvoorbeeld de gemeente Utrecht waar het gaat om groene daken.

Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw

Wanneer we het hebben over klimaatrisico’s op eigen terrein, behoren ondernemers in de land- en tuinbouwsector tot de groepen die het meest te lijden hebben onder extreme weersomstandigheden. Om deze sector in de toekomst beter voor te bereiden op de veranderingen, is het ‘Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw’ in het leven geroepen. Het Actieprogramma richt zich op vijf pijlers: het watersysteem, het bodemsysteem, gewassen en teeltsystemen, de veehouderij en ondersteunende instrumenten. 

Watersysteem

Ten eerste moet het watersysteem weerbaarder worden tegen klimaatverandering, zodat schade aan kassen, stallen en verminderde gewasopbrengsten als gevolg van verzilting, verdroging en extreme buien worden beperkt. Recentelijk is de verdringingsreeks, die bij droogte bepaalt wie als eerste in water wordt voorzien en wie later, voorzien van een verduidelijkende toelichting. Deze wordt de komende tijd verder uitgewerkt, waarin de belangen van de landbouw transparant worden meegenomen. In het Deltaprogramma Zoetwater wordt de landbouw bovendien intensiever betrokken bij de uitwerking van waterbeschikbaarheid. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ontwikkelt een zogenaamde 'waterbehoefteviewer', die in kaart brengt welke natuurschade optreedt als gevolg van droogte en behulpzaam is in de besluitvorming over de waterverdeling door waterbeheerders.

Bodemsysteem

De bodemkwaliteit en -structuur moeten worden verbeterd om het waterbergend vermogen te vergroten en de weerbaarheid van gewassen te verbeteren. Het Nationaal Programma Landbouwbodems vormt het uitgangspunt voor de acties in deze pijler.

Gewassen en teeltsystemen

Daarnaast is van belang dat agrariërs klimaatbestendige gewassen en teeltsystemen (zoals precisie-irrigatie) kunnen kiezen en toepassen. De minister maakt zich sterk voor het mogelijk maken van nieuwe teelten en veredelingstechnieken, waaronder Crispr-cas. De inspanningen in het kader van de Toekomstvisie Gewasbescherming vormen een belangrijke basis voor deze pijler.

Veehouderij

De pijler ‘veehouderij’ richt zich op de effecten van klimaatverandering (zoals hittestress en uv-straling) in relatie tot het dierenwelzijn van landbouwhuisdieren zoals varkens en pluimvee. In dit verband is ook het rapport ‘Op de bres tegen hittestress’ van de Dierenbescherming en Eyes on Animals verschenen, waar de Kamer inmiddels op heeft gereageerd.

Ondersteunende instrumenten

De vijfde pijler richt zich tot slot op de instrumenten om deze doelen te behalen: via een regionale aanpak, het ontwikkelen en delen van kennis en innovatie en risicomanagement. Belangrijke onderwerpen in de aanpak via kennis en innovatie voor een klimaatadaptieve landbouw zijn landbouwbodems en bodemmaatregelen, klimaatrobuuste gewassen en teeltsystemen, nieuwe en zilte teelten, watergeefsystemen en precisie-irrigatie, verzilting en zouttolerantie (in relatie tot gewassen en bodem) en adaptieve stalsystemen en maatregelen in de veehouderij.