Home Kennis Herbestemmen prostitutiefunctie

Herbestemmen prostitutiefunctie

2 september 2021
Jelmer Procee
,
Katrien Winterink
,
Lauree Jager
,
Matthijs Timmer
,
Myrthe Nielen
en
Linda van Leeuwen

Planschade kan in natura worden vergoed door gedurende een beperkte tijd de mogelijkheid te bieden om vervallen bouwmogelijkheden alsnog te realiseren.

Kern van de zaak

In deze uitspraak staat centraal de vraag of met het opnieuw bestemmen van de feitelijke toegestane 23 ramen de schade in zijn geheel anderszins is verzekerd.

Wat speelde er?

Appellant heeft verzocht om tegemoetkoming in planschade als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Herbestemming Raambordelen Binnenstad”. Als gevolg van dit plan is het gebruik van zijn panden voor raamprostitutie niet langer toegestaan. Het college heeft de aanvraag voor zover het gaat om de waardevermindering van de panden toegewezen en voor wat betreft de gestelde inkomensschade afgewezen.

De waardevermindering van de panden wordt door het college in natura vergoed door het gebruik van de panden voor raamprostitutie opnieuw planologisch mogelijk te maken. Bepaald is dat de prostitutiefunctie uiterlijk 31 juli 2022 weer in het bestemmingplan wordt opgenomen. Als de planologische wijziging voor die datum niet onherroepelijk is wordt een tegemoetkoming in geld betaald. Bij besluit van 7 november 2019 is het bestemmingsplan "Herbestemmen Raambordelen Binnenstad 2e herziening" vastgesteld, waarmee het gebruik van in totaal 23 ramen opnieuw mogelijk is gemaakt. Op 11 januari 2020 is dit bestemmingsplan onherroepelijk geworden.

Appellant betoogt dat het college ten onrechte slechts heeft voorzien in de 23 ramen die ten tijde van het bestemmingsplan "Burgwallen" feitelijk in gebruik waren. Onder het oude planologische regime waren immers 32 ramen toegestaan. De schade is daardoor niet volledig anderszins verzekerd.

Hoe oordeelt de Afdeling?

In het bestemmingsplan “Burgwallen” was aan de panden van appellant de bestemming "Gemengde doeleinden" met de aanduiding "prostitutiebedrijf" toegekend. Hiermee konden in eerste instantie in de panden 32 ramen worden gerealiseerd. Met het college oordeelt de Afdeling echter dat artikel 3, tweede lid, onder f, van de planregels zich daartoe verzet, omdat daarin is bepaald dat het bedrijfsvloeroppervlak van een prostitutiebedrijf, zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, niet mocht worden vergroot. Het college heeft zich daarom terecht op het standpunt gesteld dat met het herbestemmen van de 23 ramen de vervallen gebruiksmogelijkheden weer in zijn geheel zijn hersteld.

Ook het betoog van appellant dat de 9 extra ramen door middel van een afwijkingsbevoegdheid konden worden toegestaan en daarom betrokken hadden moeten worden mag niet baten. De Afdeling heeft immers al eerder overwogen dat een vrijstellings- of ontheffingsmogelijkheid buiten beschouwing moet worden gelaten bij het vaststellen van de maximale invulling van een bestemmingsplan (zie de overzichtsuitspraak van 28 september 2016, nr. 201604566/1/A2, r.o. 2.8).

Nu het nieuwe bestemmingsplan inmiddels onherroepelijk is, is voldaan aan de in het besluit opgenomen voorwaarde dat uiterlijk 31 juli 2022 zal worden voorzien in het opnieuw bestemmen van de prostitutiefunctie. Dit betekent dat de tegemoetkoming in de schade als gevolg van de waardedaling van de panden in zijn geheel anderszins is verzekerd. De Afdeling verklaart het hoger beroep ongegrond.

Wat kunt u met deze zaak?

Deze uitspraak laat zien dat het er bij de beoordeling of de schade in zijn geheel anderszins is verzekerd om gaat wat onder het oude planologische regime feitelijk gerealiseerd had kunnen worden met het oog op alle destijds geldende planregels. Het vervallen van niet bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden, welke niet zijn bestemd in het nieuwe planologisch regime, brengt niet met zich dat de schade niet geheel anderszins is verzekerd.

ABRvS 9 juni 2021, zaaknr. 202001922/1/A2

Planschade, compensatie in natura, schade volledig anderszins verzekerd