Home Kennis Geen onrechtmatigheid jegens verzoeker schadevergoeding

Geen onrechtmatigheid jegens verzoeker schadevergoeding

De in een eerdere procedure vastgestelde onrechtmatigheid van publiekrechtelijke besluiten geldt
niet jegens een verzoeker om schadevergoeding vanwege de oprichting van een windturbine nabij
haar woning. De eerdere zaak is niet gevoerd door verzoeker zelf, maar een vereniging waarvan
verzoeker lid van was en waarvan de behartigde belangen andere zijn dan de persoonlijke belangen
van verzoeker

Wat speelde er?

Het college van B&W van Schagen (het college) heeft een verzoek van erflater om schadevergoeding wegens de oprichting van een windturbine op 200 m van haar woning afgewezen. Het college heeft het daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De door erflater gestelde schadeveroorzakende handelingen zijn volgens het college namelijk enkel feitelijke handelingen waartegen geen bezwaar openstaat. Na het instellen van beroep overlijdt erflater, waarna haar zoon het beroep voortzet als erfgenaam. De rechtbank stelt vast dat een eerdere uitspraak van de Afdeling van 14 januari 2015 voor erflater aanleiding is geweest om een verzoek om schadevergoeding in te dienen bij het college. Uit die uitspraak volgt volgens de rechtbank dat de daar voorliggende besluiten – betreffende een weigering handhavend op te treden tegen de windturbine – onrechtmatig zijn. Omdat de door erflater gestelde schade voortvloeit uit twee onrechtmatige publiekrechtelijke besluiten, heeft het college het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Tot kan het beroep erflater niet baten. Volgens de rechtbank was erflater niet betrokken bij de eerdere procedure die heeft geleid tot de onrechtmatige besluiten tot weigering handhavend op te treden tegen de windturbine, waardoor haar bezwaar ongegrond moet worden verklaard. Die procedure werd namelijk gevoerd door de vereniging Houd Zijpe Leefbaar, waarvan erflater (slechts) lid was en waarvan de belangen die zij behartigde andere zijn dan de persoonlijke belangen van erflater.

Hoe oordeelt de Afdeling?

De Afdeling bevestigt het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht overwogen dat ook als erflater, als lid van de vereniging Houd Zijpe Leefbaar, betrokken is geweest bij de procedure die heeft geleid tot de uitspraak van 14 januari 2015, de belangen van de vereniging andere belangen zijn dan de persoonlijke belangen van erflater. De in de eerdere uitspraak geconstateerde onrechtmatigheid van de weigering om handhavend op te treden tegen de windturbine, geldt daarom niet jegens erflater.

Wat kunt u met deze uitspraak?

Deze uitspraak laat zien dat een verzoek om bestuursrechtelijke schadevergoeding mag worden afgewezen, indien de in een eerdere procedure vastgestelde onrechtmatigheid van publiekrechtelijke besluiten niet jegens de verzoeker heeft te gelden. Daarvan kan sprake zijn als die eerdere procedure niet door de verzoeker (persoonlijk) werd gevoerd, maar door een vereniging of stichting waarvan de verzoeker slechts lid was en waarvan de behartigde belangen andere zijn dan de persoonlijke belangen van verzoeker.

ABRvS 24 december 2019, nr. 201901685/1/A2 Schadevergoeding, onrechtmatigheid, persoonlijk belang verzoeker