Vorige week heeft de minister van Economische Zaken, minister Kamp, zijn energieagenda gepresenteerd. Daarnaast is het wetsvoorstel voortgang energietransitie (VET) vorige week aan de Tweede Kamer gezonden. Het wetsvoorstel betreft een wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet, en is het vervolg op het verworpen wetsvoorstel STROOM. Bij beide ontwikkelingen staan wij kort stil.
Energieagenda
In de energieagenda zijn de plannen neergelegd voor de periode na 2023. Het vormt een vervolg op het Energieakkoord uit 2013 dat een looptijd heeft tot 2023. De energieagenda is tevens het sluitstuk van het energiebeleid van minister Kamp; het beschrijft het einddoel in 2050 en de route daarnaartoe. De agenda is gericht op een CO2-arme energievoorziening in 2050. De belangrijkste punten uit de energieagenda zijn de volgende:
- Een snel afscheid van de aansluiting op gasinfrastructuur;
- Een breder aansluitrecht op energie-infrastructuur voor verwarming;
- Voortzetten van CO2 opslag (CCS), opzetten van breder en grootschalig CCS-netwerk;
- Regulering van warmtenetten;
- Voortzetting van de grootschalige uitrol van wind op zee, ook met windparken die verder uit de kust liggen;
- SDE+ continueren en openstellen voor energiebesparing en CCS;
- Voortzetting van de stimulering van lokale hernieuwbare energieproductie;
- Inzet op de uitrol van een landelijk dekkend netwerk van alternatieve tank- en laadinfrastructuur.
Sommige doelstellingen vereisen nog wel een aanpassing in de wetgeving. Voorbeeld daarvan is de verwijdering van de aansluitplicht op bestaande gasinfrastructuur en het aansluitrecht op warmtenetten.
Wetsvoorstel VET
Het wetsvoorstel voortgang energietransitie beoogt, zoals de titel al voorspelt, de energietransitie te bespoedigen. Het voorstel voorziet nog niet (volledig) in de doelstellingen van de energieagenda, maar beoogt wel al enkele juridische barrières voor de transitie weg te nemen en hiermee de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet toekomstbestendig te maken. Het wetvoorstel VET is het vervolg op het wetsvoorstel STROOM, dat op 22 december 2015 door de Eerste Kamer werd verworpen (zie blogbericht). Een eerste deel van STROOM dat zag op de doelstellingen in het Energieakkoord, waaronder over wind op zee, is reeds bij wet van 23 maart 2016 geïmplementeerd (zie blogbericht). Dit tweede deel ziet op de bepalingen uit het wetsvoorstel STROOM die noodzakelijk zijn om de energietransitie te ondersteunen.
Aanleiding is met name het groter aandeel duurzame energie, de toegenomen lokale energieproductie en de elektrificatie (bijvoorbeeld door het groter aantal elektrische warmtepompen en elektrische auto’s). De elektriciteitsnetten moeten worden voorbereid op deze toekomstige ontwikkelingen zodat steeds sprake is van een betrouwbare energievoorziening. Hiervoor is het noodzakelijk gebleken dat de rollen en taken voor de netbeheerder en netwerkbedrijven helderder zijn dan thans het geval is. Zij dienen samen met de marktpartijen de energietransitie verder te brengen. Doordat er binnen de huidige wetgeving onduidelijkheid en discussie bestaat over de taakverdeling worden nieuwe ontwikkelingen afgeremd.
Gevolgen voor bedrijven en overheden
Beide ontwikkelingen zijn voor bedrijven en overheden die zich op de energiemarkt begeven van belang, maar zijn ook nog allebei toekomstmuziek. Het wetvoorstel VET ligt nu voor bij de Tweede Kamer. Het kan nog even duren voor het in werking treedt. Bovendien ziet het met name op de rol van netbeheerders en in mindere mate op andere marktpartijen. De energieagenda is een beleidsstuk dat de ambities van het kabinet beschrijft voor de periode na 2023. Wel toont de agenda het belang aan voor overheden en bedrijven om tijdig na te denken over de energievoorziening in de gebouwde omgeving, waar een overschakeling zal plaatsvinden van het gas naar bijvoorbeeld warmtenetten of volledige elektrificatie.
Dossier wetsvoorstel VET (kamerstukken 34627)