Home Kennis Eigenaar van met glyfosaat bespoten perceel niet aan te merken als functioneel dader

Eigenaar van met glyfosaat bespoten perceel niet aan te merken als functioneel dader

5 oktober 2023
Ikram El Mourabit
en
Katrien Winterink

Het onjuist toepassen van gewasbeschermingsmiddelen met glysofaat is gevaarlijk voor het milieu en de menselijke gezondheid. Daarom is het op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wbg) voor paticulieren verboden om gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken die de werkzame stof glyfosaat bevatten. Dit is enkel voorbehouden aan professionals zoals akkerbouwers die dit gebruiken op landbouwgronden. Aanleiding voor een uitspraak van 2 juni 2023 van de rechtbank Rotterdam was een situatie waarin een – voor de perceeleigenaar onbekende – derde op niet professionele wijze glysofaat op zijn perceel spoot. De rechtbank Rotterdam oordeelt over de vraag of de betreffende perceeleigenaar in dit geval als overtreder in de zin van artikel 1 lid 1 Wgb en artikel 5:1 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt. Het antwoord luidt ontkennend.

Waar ging de zaak over?

In mei 2020 doet een bewoner van de gemeente Haarlemmermeer een melding over het op niet-professionele wijze toepassen van gewasbeschermingsmiddelen op een perceel, te weten een strook tuin, gelegen tussen een conifirenhaag en de beschoeiing van een naastgelegen oppervlaktewaterlichaam. Een maand later, in juni, constateren twee toezichthouders dat de vegetatie in de strook tuin langs de beschoeiing en onderaan de beschoeiing die in het oppervlaktewater (sloot) stond geheel of gedeeltelijk dood was. Dit was objectief waarneembaar aan de geel/roodbruine verkleuring die duidelijk anders was dan de groene kleur van de planten die bij de tegenoverliggende sloot groeiden.

Gelet op de typische kleur van de dode vegetatie stelden de toezichthouders op grond van hun expertise vast dat deze moet zijn veroorzaakt door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met als werkzame stof glyfosaat. Een analyserapport van laboratorium Aquon, bevestigt dit; in het geanalyseerde monster van de vegetatie is een gehalte van 21 mg/kg glyfosaat en 0,52 mg/kg aminomethylfosfonzuur (het afbraakproduct van glyfosaat) aangetroffen.

Op basis van de voornoemde bevindingen heeft een bevoegde instantie aan de perceeleigenaar (eiser) een bestuurlijke boete opgelegd van € 375,-. op grond van een overtreding van artikel 20 lid 1 Wgb, in samenhang gelezen met artikel 55 van verordening (EG) nr. 1107/2009. De bevoegde instantie stelt zich op het standpunt dat het in de machtssfeer van de perceeleigenaar lag om ervoor te zorgen dat de overtreding niet plaatsvond en de perceeleigenaar tekort is geschoten in wat redelijkerwijs van hem mocht worden verwacht om de overtreding te voorkomen.

De perceeleigenaar kan zich hiermee niet verenigen en voert aan dat hij niet weet wie de persoon is die bestrijdingsmiddelen met glyfosaat op zijn perceel heeft gespoten. Hij voert verder aan dat op basis van het rapport van bevindingen niet kan worden vastgesteld dat hij de overtreding heeft begaan. Hij meent ook dat de constatering in het analyserapport dat op zijn perceel glyfosaat en ampa is aangetroffen onjuist is, omdat de inspectie is uitgevoerd op de percelen waar hij niet de eigenaar van is. Hij meent dan ook niet verantwoordelijk te zijn voor het gebruik van een verboden gewasbeschermingsmiddel op dat perceel. Ook in het geval hij wel eigenaar zou zijn van het perceel zijn de aangetroffen stoffen niet door zijn toedoen verspreid en in de grond terecht gekomen, aldus de perceeleigenaar. De perceeleigenaar heeft in dat verband ook naar voren gebracht dat hij er geen belang bij heeft om met een gewasbeschermingsmiddel te spuiten of daartoe opdracht te geven. Omdat de verweten gedraging pas ruim een maand na de melding is onderzocht, heeft de perceeleigenaar zelf geen nader onderzoek kunnen verrichten. Ook zijn geen monsters genomen van het perceel waar de trekker heeft gereden, aldus eiser.

Overtreder in de zin van artikel 1 jo. artikel 20 Wgb?

Nadat de rechtbank vaststelt dat het beboetbare feit heeft plaatsgevonden op het perceel dat in eigendom is van eiser en niet op het naastgelegen perceel, komt de rechtbank toe aan de vraag of de bestuurlijke boete aan de perceeleigenaar had mogen worden opgelegd, ondanks dat hij de betreffende strook niet zelf met glyfosaat heeft bespoten. Daarvoor is relevant of de perceeleigenaar als functioneel dader kan worden aangemerkt. Dit is degene in wiens machtssfeer de fysieke handelingen liggen waardoor de overtreding is begaan en die voorts de handelingen heeft aanvaard of in het algemeen placht te aanvaarden. Van dit laatste is in beginsel sprake als de functionele dader tekort is geschoten in dat wat redelijkerwijs van hem mocht worden verwacht om overtredingen te voorkomen (zie bijvoorbeeld CBb 11 januari 2016, ECLI:NL:CBB:2016:8).

De rechtbank komt tot het oordeel dat de perceeleigenaar niet als functioneel dader en daarmee als overtreder kan worden aangemerkt. De definitie van gebruiker in artikel 1 lid 1 Wgb komt overeen met de definitie van overtreder in artikel 5:1 lid 2 Awb: degene die de overtreding pleegt of medepleegt. De bevoegde instantie is naar oordeel van de rechtbank dan ook ten onrechte uitgegaan van een risicoaansprakelijkheid van de perceeleigenaar van het perceel waarop glyfosaat is aangetroffen.

Het enkele feit dat eiser eigenaar is van het perceel is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om hem als functioneel dader aan te merken. Ook is niet gebleken dat de zwager van eiser die zijn vaste hulp is bij het onderhoud van het perceel glyfosaat heeft gebruikt. Er zijn dan ook geen aanwijzingen die maken dat het in de machtssfeer van de perceeleigenaar lag om de overtreding te voorkomen of hij tekort is geschoten in wat redelijkerwijs van hem mocht worden verwacht om de overtreding te voorkomen.

Dat de toezichthouder met eisers buurman heeft gesproken die verklaarde “van niets te weten” en het hele perceel is nagelopen is niet voldoende. Naar het oordeel van de rechtbank had verweerder in het kader van functioneel daderschap nader moeten onderzoeken wie de onbekende persoon was op de trekker die vanaf het perceel van de perceeleigenaar de slootkanten met glyfosaat heeft bespoten. Zo had de toezichthouder naar het oordeel van de rechtbank contact kunnen opnemen met de melder voor een persoonsbeschrijving van de persoon die op de trekker zat. Het lag verder op de weg van de bevoegde instantie om contact op te nemen met de zwager van de perceeleigenaar om te onderzoeken of hij degene was die het gewasbeschermingsmiddel heeft toegepast en of dit in opdracht was gebeurd van eiser. De rechtbank komt tot de conclusie dat niet is komen vast te staan dat de perceeleigenaar als gebruiker en daarmee als overtreder kan worden aangemerkt. Aan de perceeleigenaar is derhalve ten onrechte een bestuurlijke boete opgelegd.

Raadpleeg hier de volledige uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 2 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6085.