De Programmatische Aanpak Stikstof (kortweg: PAS) treedt vandaag (1 juli 2015) in werking. Aanleiding is de moeizame vergunningverlening voor economische activiteiten in en rond Natura-2000 gebieden door de toetsing van de effecten van deze activiteiten op de natuur. Vergunningverlening blijkt vaak lastig omdat niet kan worden aangetoond dat individuele gevallen geen significante gevolgen hebben voor de natuur.
De PAS is door de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu, in overeenstemming met gedeputeerde staten van alle provincies en de Minister van Defensie, vastgesteld op basis van artikel 19kg lid 1 Natuurbeschermingswet 1998. Het programma heeft tot doel een ambitieuze en realistische vermindering van de stikstofbelasting van voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden te realiseren door middel van een samenhangende, overkoepelende aanpak die dwingend doorwerkt in de besluitvorming van verschillende overheden. Het beoogt daarbij economische ontwikkeling samen te laten gaan met het op termijn realiseren van de doelen voor de Natura 2000-gebieden. De PAS verbindt dus maatregelen voor depositiereductie van stikstof en ecologisch herstel met het creëren van ruimte voor nieuwe economische activiteiten.
Stikstofdepositie
Gebiedsanalyses vormen, in samenhang met het algemeen deel van de passende beoordeling van de PAS, op gebiedsniveau de passende beoordeling voor de toestemmingsbesluiten die op grond van het programma worden genomen. Voor elk van de relevante Natura 2000 gebieden is in de gebiedsanalyses de conclusie getrokken dat, gezien de stikstofdepositiedaling en de te treffen herstelmaatregelen, de instandhoudingsdoelstellingen op termijn kunnen worden gerealiseerd en dat intussen geen verslechtering van de kwaliteit van de voor stikstof gevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten optreedt. De ontwikkelingsruimte die beschikbaar komt, is betrokken bij de ecologische beoordeling in de gebiedsanalyses. De berekening van stikstofdepositie geschiedt met gebruikmaking van de onder verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken beheerde AERIUS Calculator, een rekenmodule die de invloed van een nieuwe stikstofbron op de omgeving in beeld brengt. Ontwikkelingsruimte De ontwikkelingsruimte die beschikbaar is voor de periode waarvoor de PAS geldt, is verdeeld in twee segmenten. De ontwikkelingsruimte in het zogenoemde “segment één” is gereserveerd voor specifieke projecten of andere handelingen die een nationaal of provinciaal belang vertegenwoordigen en in deze regeling zijn aangewezen. Het “segment twee” bevat de ontwikkelingsruimte die resteert voor overige, niet-primaire projecten of andere handelingen.
Tegelijkertijd met de wetswijziging, treden vandaag ook het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof en de Regeling programmatische aanpak stikstof in werking. De Regeling programmatische aanpak stikstof bevat regels over:
- de wijze waarop wordt bepaald hoeveel stikstofdepositie een project of andere handeling veroorzaakt
- regels over de bepaling, toedeling, reservering en registratie van ontwikkelingsruimte
- een vrijstelling van de vergunningsplicht voor projecten die stikstofdepositie veroorzaken die onder de in het Besluit grenswaarden PAS vastgestelde grenswaarde van kleine hoeveelheden stikstof blijft
- Verder is in deze regeling nog overgangsrecht opgenomen en wordt de Regeling omgevingsrecht gewijzigd
Het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof bepaalt de grens, waaronder een vrijstelling van de vergunningplicht geldt op 1 mol stikstof per hectare per jaar. Als de benodigde ontwikkelingsruimte dus minder is dan de grenswaarde van 1 mol/ha/ja, hoeft er geen vergunning voor die depositie van stikstof te worden aangevraagd. Voor de sectoren landbouw, industrie en infrastructuur geldt wel een meldingsplicht voor deposities tussen de 0,05 en 1 mol per hectare per jaar.