Op 27 juli 2016 heeft de Afdeling uitspraak gedaan over het bestemmingsplan “Collectiegebouw Museum Boijmans Van Beuningen”. Het Collectiegebouw is in Nederland een uniek en nieuw concept. Het Collectiegebouw biedt depotruimte voor de waardevolle kunstcollectie van het Museum Boijmans Van Beuningen. Die depotruimte wordt ook beschikbaar gesteld aan particuliere kunstverzamelaars. Waar de klassieke museumdepots gesloten zijn voor publiek, wordt het Collectiegebouw opengesteld voor bezoekers. Op die manier kunnen bezoekers zien wat er met en rond de kunstcollectie gebeurt en biedt het bezoekers de kans mee te kijken in de wereld die in reguliere musea verborgen blijft.
In dit blogbericht gaan wij in op twee interessante overwegingen in de uitspraak, over de Ladder voor duurzame verstedelijking en het reparatievoorstel.
Ladder voor duurzame verstedelijking
De Afdeling stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat het Collectiegebouw moet worden aangemerkt als een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Normaal gesproken wordt vervolgens aan de treden van de Ladder getoetst. De drie treden in artikel 3.1.6, tweede lid, Bro bestaan uit: een beschrijving van de actuele regionale behoefte aan de voorgenomen ontwikkeling (1), een motivering in hoeverre in de behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins (2) en in hoeverre de ontwikkeling - indien hierin niet kan worden voorzien binnen bestaand stedelijk gebied - plaatsvindt op een locatie die goed bereikbaar is voor verschillende middelen van vervoer (3).
In deze uitspraak gebeurt er echter iets bijzonders. De Afdeling oordeelt dat de raad in dit geval heeft mogen afzien van het bepalen van een actuele regionale behoefte, aangezien de Ladder zich in dit geval niet voor toepassing leent. Hoewel dit niet heel duidelijk wordt overwogen, lijkt de Afdeling hiertoe als volgt te komen.
Om de actuele regionale behoefte te bepalen worden vraag en aanbod met elkaar vergeleken. Het Collectiegebouw is in Nederland een uniek en nieuw concept. Omdat er in Nederland niet een ander Collectiegebouw is, bestaat er geen aanbod en kan de vraag niet tegen het aanbod worden afgezet. De Afdeling overweegt ook dat het niet reëel is om voor een dergelijk nieuw concept het passende regionale schaalniveau te bepalen aan de hand van reisafstanden, omdat het gebouw bezoekers uit het hele land en ook uit het buitenland zal aantrekken.
De Afdeling laat het onderzoek naar de behoefte aan een Collectiegebouw overigens niet geheel buiten beschouwing. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient de uitvoerbaarheid van het plan te worden aangetoond. Het rapport Locatiekeuze, de marktverkenning en het feit dat voor reeds 60 % van de particuliere depotruimten intentieovereenkomsten zijn gesloten, toont de behoefte aan het Collectiegebouw voldoende aan.
Reperatievoorstel
In een eerder blogbericht werd de kunst van een goed reparatievoorstel al eens besproken. De finaliseringsinstrumenten bieden mogelijkheden voor gemeenten om weeffouten in (bijvoorbeeld) bestemmingsplannen tijdens de procedure bij de Afdeling te herstellen. De raad kan daartoe zelf een voorstel doen en vervolgens de Afdeling verzoeken zelf in de zaak te voorzien. In het eerder genoemde blogbericht werd een uitspraak behandeld, waarin het voorstel van de raad de rechterlijke toets helaas niet heeft kunnen doorstaan. De onderhavige uitspraak over het Collectiegebouw biedt een voorbeeld van een reparatievoorstel die de eindstreep wél heeft gehaald.
Wat was er aan de hand? Het Collectiegebouw krijgt een spiegelende gevel. Om ervoor te zorgen dat er geen onaanvaardbare spiegelingen worden ondervonden, is in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen, die borgt dat de westelijke gevel (ter hoogte van het Erasmus MC) deels niet reflecterend wordt uitgevoerd overeenkomstig de geveltekening die als bijlage bij het bestemmingsplan is gevoegd. Tijdens de procedure is er discussie ontstaan over de vraag of de geveltekening wel het gewenste effect heeft. De raad van de gemeente Rotterdam heeft daarom een voorstel gedaan om zelf in de zaak te voorzien, die de Afdeling in haar uitspraak heeft overgenomen. Met dit voorstel wordt het voorkomen van onaanvaardbare spiegelingen niet langer gekoppeld aan een geveltekening, maar meer in algemene zin geborgd dat de gevel deels niet-spiegelend wordt uitgevoerd.
Met deze uitspraak kan de bouw van het eerste Collectiegebouw in Nederland beginnen!