Home Kennis Blogreeks ontwerp-Klimaatakkoord: klimaatvriendelijkere veehouderij en gedragsverandering eetgewoonten

Blogreeks ontwerp-Klimaatakkoord: klimaatvriendelijkere veehouderij en gedragsverandering eetgewoonten

25 januari 2019
Marije van Mannekes
en
Aart Jan van der Ven

Dit is het veertiende deel van onze blogreeks over het ontwerp-Klimaatakkoord. In deze reeks bespreken wij verschillende onderwerpen waarover de partijen aan de klimaattafels met elkaar afspraken hebben gemaakt. In dit bericht staat de emissiereductie in de veehouderij en gedragsverandering in ons voedingspatroon centraal.

De veeteelt levert een aanzienlijke bijdrage aan de milieudruk in Nederland. In het ontwerp-Klimaatakkoord worden in dit verband met name actieplannen in de melkveehouderij en de varkenshouderij genoemd. Niet alleen maatregelen in de sector zelf, maar ook gedragsverandering op het gebied van voedselverspilling en de consumptie van eiwitten op plantaardige basis in plaats van dierlijke, leveren op de lange termijn een belangrijke bijdrage aan de beoogde emissiereducties in de sector.

Melkveehouderij en varkenshouderij

Bij het streven naar een “energieneutrale melkveehouderij in 2030 en een energie-neutrale varkensketen in 2050” moet vooral ruimte zijn voor emissiereducerende maatregelen die passen bij het individuele bedrijf, aldus de partijen bij het ontwerpakkoord.

In 2019 wordt een onafhankelijk expertisecentrum ingesteld dat melkveehouders gaat helpen bij het nemen van maatregelen om de bedrijfsvoering klimaatvriendelijker te maken. Concrete maatregelen voor de veehouderij zijn onder meer aanpassing van de samenstelling van het voer, stalaanpassing, methaanoxidatie buitenopslag, monomestvergisting, gebruik van voorkoelers en frequentieregelaars, en – omdat uitstoot van broeikasgassen vanuit de veehouderij onvermijdelijk is – compensatie met het vastleggen van koolstof in de bodem en de productie van biomassa en hernieuwbare energie.

Wat betreft de varkenshouderij worden provincies en gemeenten aangespoord een versnelling van het proces naar emissiearme stalsystemen te stimuleren, potentiële locaties te verkennen waar hoogwaardige mestverwerking kan plaatsvinden en daarvoor ook de benodigde vergunningverlening te verbeteren. Een extra slag kan de varkenshouderij slaan met onder meer milieuvriendelijker veevoer.

Voedselverspilling

Onlosmakelijk verbonden met emissies in de veehouderij zijn de hardnekkige gewoonten in onze voedselconsumptie. Met een verspilling van ongeveer 13 procent van het voor menselijke consumptie geschikte voedsel in Nederland – en niet te vergeten de onnodige uitstoot bij de productie en verwerking ervan – is er nog een hoop werk aan de winkel. In het ontwerp-Klimaatakkoord streven partijen ernaar de huidige voedselverspilling bij de consument, inclusief de voedselverliezen in de keten, in Nederland in 2030 te halveren ten opzichte van 2015. Hoe? De Rijksoverheid heeft in elk geval toegezegd zich te gaan inspannen om regelgeving bij te stellen die voedselverspilling onnodig bevordert of het bestrijden ervan bemoeilijkt. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) streeft ernaar om in zoveel mogelijk gemeenten en/of regio’s living labs te realiseren waar innovatieve ideeën voor een aanpak tot stand kunnen komen.

De ‘eiwittransitie’

Vlees consumeren is milieuvervuilend, zo veel is duidelijk. Partijen streven er daarom naar om in 2050 in Nederland de verhouding dierlijk:plantaardig eiwit in ons dieet te hebben gedraaid van 60:40 naar 40:60. Daarnaast willen zij in Nederland ook een gemiddelde reductie van 10 tot 15 procent van de totale eiwitinname bereiken. Dit draagt niet alleen bij aan een gezonder dieet – Voedingscentrum Nederland zal verduidelijken welke eiwitinname voor welke specifieke doelgroepen wenselijk is – maar zorgt ook voor een aanzienlijke vermindering van de CO2-uitstoot. Met behulp van een publicatie die in 2019 wordt verwacht en waarin de CO2-footprint van zowel plantaardige als dierlijke eiwitten wordt gecategoriseerd, kunnen consumenten bovendien eiwitten op hun duurzaamheid beoordelen, bewustere keuzes maken en ‘consuminderen’ op de klimaatonvriendelijke producten. In deze ‘eiwittransitie’ is ook een taak weggelegd voor supermarkten. Bijvoorbeeld door meer plantaardige eiwitten ten opzichte van dierlijke producten te positioneren als ‘gemakkelijkste én normaalste keuze’.

Lees hier verder in het ontwerp-Klimaatakkoord, hoofdstuk C4.4 Emissiereductie Veehouderij en C4.7 Voedselconsumptie en -keten.