Home Kennis Ander project relevant voor invulling NMR

Ander project relevant voor invulling NMR

9 september 2022
Jelmer Procee
en
Linda van Leeuwen
Voor het al dan niet toepassen van het normaal maatschappelijk risico (hierna: NMR) acht de Afdeling het relevant dat het bestuursorgaan in een ander, vergelijkbaar project – zoals in deze uitspraak aan de orde – de geleden schade geheel vergoed. Volgens de Afdeling is het daarom niet op zijn plaats om de schade in dit geval ten dele onder het NMR te scharen.

Wat speelde er?

De exploitant van een melkveehouderij (hierna: appellante) lijdt schade door de uitvoering van het projectplan Waterwet verdrogingsbestrijding De Bult (hierna: het projectplan De Bult). In dit projectplan zijn maatregelen opgenomen om de verdroging in het natuurgebied De Bult te bestrijden. Het melkveehouderijbedrijf van appellante is gevestigd aan de rand van het natuurgebied De Bult. Om waterschade door de uitvoering van het projectplan De Bult tegen te gaan, sluiten het waterschap en appellante een overeenkomst voor de aanleg van drainage en het plaatsen van peilbuizen. Ondanks deze afspraken, stelt appellante dat de realisatie van de natuurherstelmaatregelen tot wateroverlast heeft geleid en daarmee tot schade in de vorm van waardevermindering van de percelen en inkomensschade. Reden voor appellante om een verzoek om nadeelcompensatie in te dienen bij het dagelijks bestuur van het waterschap (hierna: het waterschap).

Nadat appellante haar nadeelcompensatieverzoek heeft ingediend, stelt het waterschap een herstel- en monitoringsplan vast met hierin herstelmaatregelen voor de percelen van appellante. Ten aanzien van de uitvoering van dit plan hebben partijen een vaststellingsovereenkomst (hierna: VSO) gesloten. Op basis hiervan ziet het waterschap geen aanleiding om de waardevermindering van de percelen te vergoeden. Het waterschap kent wel een vergoeding toe voor de inkomensschade en gaat daarbij uit van een NMR van 2%.

Appellante voert bij de Afdeling onder meer aan dat het waterschap de toepassing van de 2%-drempel achterwege moet laten omdat het projectplan geen onderdeel vormt van een reeks jaren gevoerd beleid en het waterschap in vergelijkbare situaties heeft besloten geen drempel te hanteren. Met deze vergelijkbare situaties wijst appellante naar het projectplan Waterwet Leegveld (hierna: het projectplan Leegveld) en de Afdelingsuitspraak van 13 januari 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:45) over dit projectplan. De projectplannen De Bult en Leegveld zien beide op bestrijding van verdroging van natuurgebieden, die onderdeel uitmaken van hetzelfde Natura 2000-gebied.

Hoe oordeelt de Afdeling?

De Afdeling constateert (evenals de rechtbank) dat het projectplan De Bult past in een consistent beleid om verdroging van natuurgebieden tegen te gaan. Daarbij wijst de Afdeling erop dat in het projectplan meerdere beleidsstukken worden genoemd waaruit volgt dat het plan een uitwerking is van een reeks van jaren gevoerd beleid.

Vervolgens overweegt de Afdeling dat het waterschap een NMR van 2% onterecht heeft toegepast. Het argument van appellante, dat het waterschap in geval van ondernemers die worden getroffen door het vergelijkbare project Leegveld geen drempel toepast en daarom nu ook niet had moeten doen, treft doel. Uit de Afdelingsuitspraak over de beroepsprocedure over het projectplan Leegveld volgt dat het waterschap tijdens de nazorgperiode uitgaat van een volledige schadeloosstelling. Op basis hiervan concludeert de Afdeling dat het waterschap van inzicht is gewijzigd en zich op het standpunt stelt dat de schade niet onder het NMR valt. Dat het projectplan Leegveld is vastgesteld nadat het waterschap besliste op het nadeelcompensatieverzoek van appellante, doet hieraan niets af. Het standpunt van het waterschap dat in hoger beroep geen betekenis meer toekomt aan ontwikkelingen uit een ander project, evenmin.

Wat kunt u met de zaak?

De Afdeling laat in deze uitspraak zien dat een bestuursorgaan in vergelijkbare – maar verschillende – projecten geen andere uitgangspunten kan hanteren ten aanzien van het NMR. Relevant is wel dat het bestuursorgaan in dit geval niet heeft bestreden dat de situaties van ondernemers die risico lopen op waterschade (zoals appellante) door de uitvoering van de projecten (Leegveld en Bult) vergelijkbaar zijn.

ABRvS 20 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2059

Deze publicatie maakte onderdeel uit van de nieuwsbrief bestuursrechtelijke schadevergoeding september 2022