Home Kennis Over nieuwe banen, beloftes en vertrouwen

Over nieuwe banen, beloftes en vertrouwen

24 september 2018

In de dagelijkse communicatie wekken mensen vaak, bewust en onbewust, vertrouwen op bij anderen. Wanneer een vertegenwoordiger van een bestuursorgaan of je baas dat doet, kan het gevoel ontstaan dat je daarna ergens recht op hebt. De rechtbank Noord-Nederland heeft recent uitspraak gedaan over een zaak waarin een ambtenaar stelde dat hij erop mocht vertrouwen dat hij de baan waarop hij had gesolliciteerd ook daadwerkelijk zou krijgen. Wanneer mag je eigenlijk gerechtvaardigd ergens op vertrouwen?

Wat was er aan de hand?

Betrokkene is werkzaam bij de politie. In de loop van 2017 heeft hij gesolliciteerd op de functie van Operationeel Expert GGP, Jeugd en Gezin. Die functie was één schaal hoger gewaardeerd dan de huidige functie van betrokkene.

De dag na het sollicitatiegesprek van betrokkene heeft een hogere politieambtenaar hem medegedeeld dat hij als eerste zou worden voorgedragen voor de geambieerde functie. Er zou alleen nog worden nagegaan of er preferente kandidaten waren. Weer een dag later sms't diezelfde politieambtenaar aan betrokkene dat hij zijn voordracht niet meer verborgen hoeft te houden. Wel zou HRM op korte termijn nog kijken of er voorrangskandidaten zijn. De leidinggevende van de betrokken ambtenaar heeft daarop op 8 mei 2017 zijn team als volgt over de stand van zaken in de sollicitatieprocedure geïnformeerd:

“Coll. Als resultaat van de afgelopen sollicitatieprocedure is [naam] voorgedragen als OE Jeugd en Gezin in basisteam Centrum. Over de feitelijke datum van verplaatsing wordt met centrum een afspraak gemaakt.”

Op 9 mei 2017 werd de betrokken ambtenaar gebeld met het bericht dat een preferente kandidaat in de functie zou worden geplaatst. In andere woorden, betrokkene was het toch niet geworden.

De ambtenaar beroept zich op het vertrouwensbeginsel. Hij stelt zich op het standpunt dat hij uit het bericht van 8 mei het gerechtvaardigde vertrouwen had kunnen en mogen ontlenen dat hij daadwerkelijk in de gewenste functie zou worden geplaatst.

Heeft de ambtenaar hierin gelijk? Wat is er nodig voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel?

Vertrouwensbeginsel

Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep dienen er vier stappen te worden gezet voordat een beroep op het vertrouwensbeginsel kan slagen:

1. Er moet sprake zijn van een toezegging;

2. Die toezegging moet uitdrukkelijk, ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk zijn;

3. De uitdrukkelijke en ondubbelzinnige toezegging moet zijn gedaan door het bevoegde orgaan;

4. Waardoor bij de betrokkene gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt.

Dit is een strenge toetsingsnorm waardoor een schending alleen bij uitzondering wordt aangenomen. Als er sprake is van een toezegging door het bevoegde orgaan en er dus vertrouwen is opgewekt, moet er óók nog een belangenafweging worden gemaakt. Het kan zijn dat er andere belangen spelen die de honorering van het gewekte vertrouwen niet rechtvaardigen. Daarbij is onder andere van belang door wie het vertrouwen is gewekt, op welke manier dit is gedaan, of er sprake was van ‘contra-indicaties’ en of er schade is geleden.

Wat oordeelde de rechtbank?

De rechtbank overwoog dat er geen sprake is geweest van een uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezegging dat de betrokken ambtenaar ook daadwerkelijk in de gewenste functie zou worden geplaatst. De rechtbank acht hierbij doorslaggevend dat zijn leidinggevende het woord “voorgedragen” heeft gebruikt. Volgens de rechtbank betekent dat woord  “als kandidaat voorstellen” dan wel “op een lijst plaatsen” en betekent het dus niet daadwerkelijke plaatsing in een functie.

De vraag of de leidinggevende, die het bericht van 8 mei 2017 verstuurde, tot het bevoegde bestuursorgaan behoorde, wordt  inhoudelijk achterwege gelaten.

De rechtbank is dus kort maar krachtig, gelet op de woordkeuze slaagt het beroep op het vertrouwensbeginsel niet.

Conclusie

Werknemers, een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel wordt niemand zomaar cadeau gedaan. Bekendheid met het toetsingskader kan helpen teleurstelling te voorkomen.

Werkgevers, doe je werknemers geen beloftes die je niet waar kunt maken.

Bronnen

Deel dit artikel via LinkedIn en e-mail