In vervolg op de ondertekening op 17 maart 2015 van het ‘Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020’ hebben de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de Vereniging VNO-NCW en de Koninklijke Vereniging MKB-Nederland op 18 mei 2015 het ‘Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015’ getekend. Het ‘Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015’ treedt in werking op 1 januari 2016 en eindigt op 31 december 2020.
Duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van de bodem en ondergrond
In artikel 2 van het ‘Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015’ is vastgelegd dat de samenwerking tussen het Uitvoeringsprogramma (UP) en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven zal worden geïntensiveerd. Partijen zullen actief samenwerken aan de verdere inrichting van een duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van de bodem en ondergrond, mede indachtig de in voorbereiding zijnde Omgevingswet. Verder zullen partijen de inspanningen van Bodemcentrum, Bosatex, SBNS en Nazorg Bodem om gezamenlijk te komen tot een zogenaamde BodemOntZorgOrganisatie (BOZO) per 2016 stimuleren.
Anticiperen op de Omgevingswet
Artikel 3 van het ‘Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015’ verwoordt het idee om procedures voor het uitvoeren van bodemsaneringen op niet-spoedlocaties met ingang van de nieuwe Omgevingswet worden vereenvoudigd en dat bedrijven in de Omgevingswet meer flexibiliteit bij de keuze voor maatregelen en voorzieningen krijgen, zodat beter rekening kan worden gehouden met de specifieke omstandigheden van de activiteiten en de locatie zonder het beschermingsniveau aan te tasten. De overheid en het bedrijfsleven gaan kijken in hoeverre vooruitlopend op inwerkingtreding van de Omgevingswet binnen de mogelijkheden van de huidige regelgeving kan worden gekomen tot een verdere vereenvoudiging bij de huidige aanpak van bodemverontreiniging.
Afronden spoedoperatie
In artikel 3 van het ‘Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015’ is verder vastgelegd dat de Staatssecretaris van IenM er bij de bevoegd gezagsinstanties op zal aandringen dat uiterlijk op 31 december 2016 ten aanzien van alle op de MTR 2013-lijsten opgenomen spoedlocaties een beschikking ernst en spoed is genomen en dat uiterlijk op 31 december 2018 ten aanzien van alle KRW grondwater spoedlocaties een beschikking ernst en spoed is genomen. Daartegenover zullen VNO-NCW en MKB-Nederland zich inspannen om bedrijven te bewegen om mee te werken aan de voor de beschikking benodigde onderzoeken en alle bij hen in gebruik zijnde spoedlocaties uiterlijk op 31 december 2020 te saneren of te beheersen volgens de regels van de Wet bodembescherming.
Nadere afspraken over subsidieregeling in het Besluit financiële bepalingen bodemsanering
Omdat subsidieregelingen volgens artikel 24a van de op 1 januari 2014 gewijzigde Comptabiliteitswet 2001 in beginsel niet langer dan vijf jaar vast mogen liggen, hebben partijen in artikel 4 van het ‘Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015’ nadere afspraken vastgelegd ten aanzien van de vervaldatum van de subsidieregeling in het Besluit financiële bepalingen bodemsanering. De Staatssecretaris van IenM zal zich inspannen om de vervaldatum van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering en de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 vast te stellen op 1 juli 2022. Indien door de Tweede Kamer wordt ingestemd met de verlenging kunnen bedrijven onder meer tot uiterlijk 1 januari 2030 een verzoek tot subsidievaststelling op basis van het Besluit en de Regeling indienen. Ook gaat de Staatssecretaris van IenM in overleg met VNO-NCW en MKB-Nederland onderzoeken welke mogelijkheden de staatssteunregels (Algemene Groepsvrijstellingsverordening) bieden om ruimere subsidiemogelijkheden te bieden aan eigenaren/erfpachters, onder meer in gebieden met gebiedsgericht grondwaterbeheer.
Het ‘Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015’ is op 28 mei 2015 gepubliceerd in de Staatscourant, Nr. 14097. De volledige tekst is te raadplegen via https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-14097.html.