Op 22 april jl. hebben Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland de Nota van Beantwoording met betrekking tot de Visie Ruimte en Mobiliteit vastgesteld. In deze Nota van Beantwoording geven GS hun reactie op de ingediende zienswijzen op de ontwerpdocumenten van de Visie Ruimte en Mobiliteit.
De provincie heeft de taak om op (boven)regionaal niveau te sturen op de inrichting en de ruimtelijke kwaliteit van de schaarse ruimte in Zuid-Holland. Hiermee werkt zij aan een aantrekkelijke leefomgeving en een goede internationale concurrentiepositie.
De Visie Ruimte en Mobiliteit is mede ingegeven door het besef dat de behoefte van Zuid-Hollandse inwoners en bedrijven verandert als het gaat om woningen, bedrijfsterreinen, kantoren, winkels en mobiliteit. Deels liggen hieraan economische oorzaken ten grondslag, die bijvoorbeeld leiden tot minder vraag naar woningen en bedrijventerreinen. Deels gaat het om structurele factoren, zoals demografische ontwikkelingen en de voortschrijdende digitalisering.
Om al deze redenen was een herijking en herziening van het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid gewenst. Dit heeft geleid tot de Ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) met daarbij de Verordening ruimte 2014, het Programma Ruimte, en het Programma Mobiliteit. Deze documenten vervangen de huidige Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan.
De provincie streeft naar een betere benutting van zowel de ruimte als het mobiliteitsnetwerk. Door wonen, werken en voorzieningen zoveel mogelijk in bestaand stads- en dorpsgebied te concentreren, blijft het landelijk gebied open, ontstaan schaalvoordelen en is het rendabeler om openbaar vervoer tussen knooppunten te laten rijden.
Provinciale Staten zijn voornemens om op 9 juli 2014 de Visie Ruimte en Mobiliteit vast te stellen.