Home Kennis Nadeelcompensatie discotheek

Nadeelcompensatie discotheek

9 september 2022
Jelmer Procee
en
Myrthe Nielen
Een nadeelcompensatieverzoek van een voormalige discotheek in verband met de komst van een muziekcentrum is terecht afgewezen. Een causaal verband tussen de gestelde schade en het rechtmatig handelen van bestuursorganen van de gemeente is niet gebleken. Inschakeling van een deskundige is niet nodig.

Wat speelde er?

Op 31 december 2014 heeft een discotheek in Leiden haar deuren moeten sluiten. Volgens de discotheek is de sluiting het gevolg geweest van beleid, besluiten en feitelijk handelen van het college van B&W en de burgemeester van Leiden, voor zover daarmee de oprichting van een muziekcentrum is mogelijk gemaakt. Daarnaast zouden het college en de burgemeester het aantal dansevenementen in Leiden hebben verruimd zonder daartegen handhavend op te treden. De discotheek verzoekt om een bedrag aan nadeelcompensatie van € 2.765.000,-. Dit verzoek is met toepassing van de Verordening nadeelcompensatie gemeente Leiden 2014 (Verordening) afgewezen, om meerdere redenen. De belangrijkste reden is dat de discotheek niet aannemelijk heeft gemaakt dat de door haar gestelde schade valt toe te rekenen (in de zin van causaal verband) aan de gestelde handelingen van de gemeente. Het bezwaar en beroep van de discotheek worden ongegrond verklaard.

Hoe oordeelt de Afdeling?

Net als de rechtbank oordeelt de Afdeling dat het verzoek mocht worden afgewezen, omdat de discotheek er niet in is geslaagd het causaal verband tussen de gestelde schadeveroorzakende handelingen en de gestelde schade aan te tonen.

De bewijslast voor het causaal verband ligt bij degene die verzoekt om nadeelcompensatie. De discotheek en haar adviseurs hebben echter niet aan deze bewijslast voldaan, omdat zij ten onrechte uitgaan van een referentieperiode waarin de omzetlijn daalde en de winst omsloeg in een structureel verlies. Daarnaast blijkt uit een rapport dat er andere omstandigheden zijn – niet zijnde handelingen van het college of de burgemeester – die ertoe hebben geleid dat de vooruitzichten voor de discotheek in 2014 slecht waren. Deze dalende trend geldt ook voor discotheken in andere studentensteden. Er is dan ook niet voldaan aan het vereiste van een condicio sine qua non verband tussen de gestelde schadeoorzaak en de gestelde schade.

De discotheek stelde zich op het standpunt dat het aantal boekingen van evenementenbureaus en boekingskantoren al in 2012 terugliep, terwijl het muziekcentrum pas opende in december 2014. Dit is volgens de Afdeling niet aannemelijk.

De stelling van de discotheek dat de gemeentelijke subsidiëring van het muziekcentrum een schadeoorzaak zou zijn, volgt de Afdeling evenmin. De subsidie is alleen verleend voor culturele activiteiten van het muziekcentrum en niet voor dance-activiteiten.

Het college en de burgemeester hoefden geen deskundige in te schakelen om advies uit te brengen over het verzoek. Op grond van de Verordening is dat niet noodzakelijk als het college van oordeel is dat zich een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in de Verordening (waaronder het ontbreken van causaal verband).

De Afdeling ziet geen reden om zelf een deskundige te benoemen, omdat voor het antwoord op de vraag of de gestelde schade het gevolg is van het handelen van het college en de burgemeester geen specialistische kennis of ervaring nodig is, waarover slechts een deskundige beschikt.

Wat kunt u met deze zaak?

Dat de gestelde schade valt toe te rekenen (in de zin van causaal verband) aan overheidshandelen is een belangrijk vereiste voor nadeelcompensatie. De uitspraak laat zien dat correlatie niet hetzelfde is als causaal verband. Het enkele feit dat twee gebeurtenissen in min of meer dezelfde periode plaatsvinden, wil niet zeggen dat het één de oorzaak is van het ander. Als het gaat om de vraag of de schade wel te relateren is aan handelen van het bestuursorgaan, hoeft in beginsel geen deskundige te worden ingeschakeld.

ABRvS 10 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2321

Deze publicatie maakte onderdeel uit van de nieuwsbrief bestuursrechtelijke schadevergoeding september 2022.