Een intramurale zorgvoorziening met 16 zorgeenheden kwalificeert als stedelijke ontwikkeling, zo oordeelde de Afdeling op 6 mei jl. Daarbij gaat de Afdeling in op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden die op basis van het door de raad van de gemeente Bronckhorst vastgestelde bestemmingsplan mogelijk zijn. Of sprake is van een "stedelijke ontwikkeling" in de zin van artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro is van belang, omdat alleen dan de voorziene ontwikkeling moet worden getoetst aan de Ladder voor duurzame verstedelijking.
Wat was er aan de hand?
De raad van de gemeente Bronckhorst heeft op 31 oktober 2013 het bestemmingsplan “Buitengebied; Ruurloseweg/Abbinkdijk Hengelo” vastgesteld. Met het plan wordt voorzien in de vestiging van een zorginstelling met 16 zorgeenheden, een multifunctionele ruimte met overnachtingsmogelijkheid voor 20 personen, een verkooppunt voor streekproducten, horeca en een bedrijfswoning op Landgoed Zelle.
Appellanten beklagen zich allereerst over het gebrek aan duidelijkheid over de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de functies "Agrarisch met waarden – Landschap en Natuur’ en ‘Maatschappelijk". Ook voeren appellanten aan dat ten onrechte niet is gemotiveerd of de met het plan mogelijk gemaakte stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte en of deze behoefte niet kan worden opgevangen binnen bestaand stedelijk gebied. Daarmee zou het plan in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, Bro zijn vastgesteld.
De raad meent dat geen sprake van een stedelijke ontwikkeling.
Stedelijke ontwikkeling?
De Afdeling stelt voorop dat de planregels onvoldoende zekerheid bieden over de ter plaatse toegestane gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden. Uit het oogpunt van een definitieve geschillenbeslechting wordt toch ingegaan op de vraag of wordt voorzien in een stedelijke ontwikkeling. Daarbij gaat de Afdeling in op de maximale oppervlaktes van de voorziene ontwikkelingen: 850 m2 voor de zorgeenheden met bijbehorende voorzieningen, met daarbij een bedrijfswoning, een hooimijt en een gebouw met een oppervlakte van maximaal 700 m2. De Afdeling overweegt dat dit kwalificeert als stedelijke ontwikkeling.
Daarnaast staat de Afdeling nog stil bij de in de planregels opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Op basis daarvan kan een extra zorggebouw met een maximale oppervlakte van 1.200 m2 voor maximaal 16 zorgeenheden worden toegestaan. De omvang van deze bebouwingsmogelijkheden maakt dat de wijzigingsbevoegdheid eveneens als stedelijke ontwikkeling moet worden aangemerkt, aldus de Afdeling. Gelet op vaste jurisprudentie van de Afdeling dient al bij het opnemen van deze wijzigingsbevoegdheid inzicht te worden gegeven in de vraag of binnen de planperiode met een regionale behoefte aan de mogelijk te maken ontwikkeling rekening moet worden gehouden.
Daarmee was het plan ten onrechte niet getoetst aan de Ladder voor duurzame verstedelijking. De uitspraak toont opnieuw dat niet te gemakkelijk voorbij moet worden gegaan aan de toets aan de Ladder!
Bron: AbRvS 6 mei, nr. 201400629/1/R2