In de uitspraak van 17 juni 2020 gaat de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (hierna: Afdeling) in op de te hanteren richtafstanden tussen bedrijven en woningbouw. De Afdeling gaat in op de verhouding tussen de brochure van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) “Bedrijven en milieuzonering” uit 2009 en de VNG-brochure “Milieuzonering nieuwe stijl” uit 2019. Ook gaat de Afdeling in op de mogelijkheid met een planregel het vergunningvrij bouwen aan banden te leggen. Daarnaast bevestigt de uitspraak het belang van onderzoek bij het hanteren van de richtafstanden van de VNG-brochure. In dit blogbericht lichten wij de uitspraak toe.
Waar ging de zaak over?
De gemeenteraad van Lansingerland (hierna: de raad) heeft op 31 oktober 2019 het bestemmingsplan “Woningbouw Hoeksekade Noord, Deellocatie B” vastgesteld. Het plangebied is aangewezen als ontwikkellocatie voor woningbouw. Op het naastgelegen perceel ligt een bestaand bedrijf met kassen. Om de woningbouw mogelijk te maken heeft de raad de richtafstand tussen beide van 30 meter naar 10 meter verlaagd. De eigenaar vreest dat de komst van woningen hem in zijn normale bedrijfsvoering zal belemmeren en komt tegen het bestemmingsplan op.
Ten eerste stelt de eigenaar dat de raad de richtafstanden uit de verkeerde VNG-brochure heeft toegepast. In plaats van het toepassen van de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” uit 2009, had de gemeenteraad de VNG-brochure “Milieuzonering nieuwe stijl” uit 2019 moeten toepassen. Volgens de uitgave uit 2019 had de raad de richtafstand niet kunnen verlagen. Daarnaast voert de eigenaar aan dat de raad met een planregel, waarin is bepaald dat op gronden in het achtererfgebied van de woningen niet mag worden gebouwd, de regeling over vergunningvrij bouwen uit artikel 2 van Bijlage 2 bij het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) doorkruist. Dit is niet aanvaardbaar, waardoor volgens de eigenaar met het plan niet is verzekerd dat de woningen niet binnen de 10 meter afstand kunnen worden gerealiseerd. Tot slot betoogt de eigenaar dat de raad met het hanteren van de verlaagde richtafstand uit de VNG-brochure niet heeft gewaarborgd dat de voorziene woningen geen hinder vanuit haar bedrijfsvoering ervaren. De eigenaar voert aan dat haar bedrijfsvoering onder meer veel losactiviteiten, geluidveroorzakende koelunits en een geautomatiseerd voertuig met een piepend geluid omvat.
Oordeel Afdeling
De Afdeling oordeelt dat de raad mag kiezen welke VNG-brochure zij bij de vaststelling van het bestemmingsplan wil toepassen. De Afdeling neemt in aanmerking dat de recentere VNG-brochure “Milieuzonering nieuwe stijl” is bedoeld voor bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte en geen herziening van de VNG-brochure uit 2009 is.
Verder mocht de raad de mogelijkheid tot vergunningvrij bouwen met de planregel aan banden leggen, zodat de afstand van 10 meter tussen het bedrijf en de voorziene woningen voldoende is geborgd. Hiertoe overweegt de Afdeling dat in het geval locatie-specifieke omstandigheden daartoe aanleiding geven en dit strekt tot een goede ruimtelijke ordening, de raad vrijheid heeft een dergelijke planregel op te nemen. Ook heeft de raad heeft in de plantoelichting onderbouwd dat de locatie-specifieke kenmerken noodzaken tot de inperking van het vergunningvrij bouwen. De raad heeft toegelicht dat de inperking gerechtvaardigd is vanwege het waarborgen van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en het voorkomen van beperkingen in de bedrijfsvoering van de eigenaar.
Ten slotte beoordeelt de Afdeling of de raad ervan uit mocht gaan dat met het hanteren van de richtafstand uit de VNG-brochure hinder ter hoogte van de woningen wordt voorkomen. De Afdeling concludeert dat de raad hier niet zonder meer vanuit mocht gaan. De specifieke bedrijfsvoering van de eigenaar geeft volgens de Afdeling aanleiding tot het doen van nader onderzoek naar de milieubelasting van het bedrijf op de voorziene woningen. Omdat de raad dit heeft nagelaten, oordeelt de Afdeling dat het bestemmingsplan niet met de betrachten zorgvuldigheid is vastgesteld en niet berust op een deugdelijke motivering. De Afdeling gaat daarom over tot vernietiging van het plan.
Lessen uit de uitspraak
Uit deze uitspraak blijkt dat de raad bij het vaststellen van een bestemmingsplan mag kiezen of zij de VNG-brochure uit 2019 of uit 2009 hanteert. De VNG-brochure uit 2019 dient daarbij als alternatief voor bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte. Daarnaast volgt uit de uitspraak dat de raad in bepaalde gevallen met een planregel het vergunningvrij bouwen aan banden kan leggen. Hiervoor moet zij onderbouwen dat locatie-specifieke omstandigheden hiertoe aanleiding geven en het strekt tot een goede ruimtelijke ordening. Verder blijkt weer eens hoe belangrijk het is om bij het hanteren van korte richtafstanden tussen bedrijven en woningen onderzoek te doen naar de mogelijke milieueffecten van de bedrijven en niet blind te varen op de richtafstanden van de VNG-brochure.
Raadpleeg hier de volledige uitspraak van de Afdeling van 17 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1408.