Home Kennis De (on)partijdigheid van adviseurs en schadecommissies

De (on)partijdigheid van adviseurs en schadecommissies

20 mei 2015

Op 29 april 2015 heeft de Afdeling een uitspraak gewezen over de (on)partijdigheid van de voorzitter van de schadecommissie. Door appellant was aangevoerd dat de voorzitter van de schadecommissie de schijn van partijdigheid heeft gewekt en dat om die reden de adviezen van de schadecommissie niet aan de besluitvorming ten grondslag hadden moeten worden gelegd.

Het college had planschade toegewezen voor de waardedaling van een aantal woningen als gevolg van een nieuw bestemmingsplan. De initiatiefnemer van de bouw van appartementen, die mogelijk werden gemaakt door het nieuwe bestemmingsplan, had zich middels een overeenkomst met de gemeente verbonden eventuele planschade voor haar rekening te nemen.

Schijn van partijdigheid

In hoger beroep betoogde de initiatiefnemer dat de voorzitter van de schadecommissie de schijn van partijdigheid heeft gewekt. De schijn is gewekt doordat het college de door haar in de loop van de procedure aangevoerde gronden aan de voorzitter heeft voorgelegd, het college de schriftelijke reacties van de voorzitter op die gronden integraal en zonder toelichting heeft overgenomen, vooral de voorzitter tijdens de hoorzittingen in bezwaar en beroep aan het woord is geweest en de voorzitter zich feitelijk als gemachtigde van het college heeft gedragen. Daarom zijn de adviezen van de schadecommissie ten onrechte aan de besluitvorming ten grondslag gelegd.

Oordeel Afdeling

De Afdeling maakt korte metten met dit betoog van de initiatiefnemer en oordeelt dat voor de beantwoording van de vragen specialistische kennis of ervaring is vereist, waarover slechts een deskundige beschikt, zoals de voorzitter van de schadecommissie. Voornoemde omstandigheden maken niet dat de voorzitter met de gemachtigde van het college kan worden gelijkgesteld. Er is geen aanleiding voor het oordeel dat door de schriftelijke en mondelinge inbreng van de voorzitter de schijn is gewekt dat de schadecommissie het college niet onpartijdig van advies heeft gediend.

Deze uitspraak laat zien dat de Afdeling niet snel aan het oordeel toekomt dat een adviseur of lid van een schadecommissie de schijn van partijdigheid heeft gewekt. Zie voor een uitspraak waarin de Afdeling wel tot dit oordeel kwam: AbRvS 17 december 2014. De Afdeling oordeelde in deze zaak dat de adviseur de schijn van partijdigheid had gewekt, omdat geen onderscheid kon worden gemaakt tussen haar rol als planschadeadviseur en haar rol als advocaat. Uit andere uitspraken van de Afdeling (bijvoorbeeld AbRvS 5 februari 2014, en AbRvS 11 september 2013) volgt daarentegen dat het vergezellen van de gemachtigde van de gemeente op een zitting door de planschadeadviseur geen reden is om te twijfelen aan de onafhankelijkheid van de adviseur. Dit neemt niet weg dat planschadeadviseurs in en buiten de zittingszaal hun onafhankelijke positie moeten blijven bewaken, om zo de schijn van partijdigheid ten opzichte van burgers te voorkomen.

Bronnen:

AbRvS 29 april 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1359
AbRvS 17 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4570
AbRvS 5 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:305
AbRvS 11 september 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1136

Deel dit artikel via LinkedIn en e-mail

Social tags

Schade