Klimaatverandering, de energietransitie, circulaire economie, woningbouw en mobiliteit. Dit zijn slechts een aantal van de aandachtsgebieden waarin Nederland de komende jaren voor urgente opgaven staat. In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) legt het Rijk haar ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast. Op bovengenoemde en nog veel meer thema’s. Op 20 juni 2019 bood minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het ontwerp van de NOVI aan de Tweede Kamer aan.
Vier prioriteiten
De NOVI richt zicht zich op vier prioriteiten: ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie, duurzaam economisch groeipotentieel, sterke en gezonde steden en regio’s en de toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. In dit blog bespreken wij de doelstellingen en ambities uit het ontwerp van de NOVI op hoofdlijnen.
Klimaatadaptatie en energietransitie
In 2050 moet Nederland klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Hiervoor is in steden meer groen en ruimte voor wateropslag noodzakelijk. Ook de infrastructuur, waaronder de dijken, moet bestendig zijn tegen extreme weersomstandigheden. Een ander speerpunt is de voldoende beschikbaarheid van zoetwater met een goede kwaliteit, onder meer door het aanleggen van grondwaterreserves. Dit is niet alleen van belang voor de natuur en biodiversiteit, maar zorgt er ook voor dat we op de lange termijn kunnen voldoen aan de (toenemende) drinkwaterbehoefte.
Verder is om de klimaatdoelstellingen te halen een CO2-arme energievoorziening noodzakelijk. De visie is dan ook dat Nederland in 2050 een duurzame energievoorziening heeft en fossiele energie volledig is vervangen. Voor groene energie geldt dat het plaatsen van windmolens op zee de voorkeur heeft. Op land moeten windturbines zoveel mogelijk gegroepeerd worden en moeten bewoners bij de besluitvorming worden betrokken. Daarnaast wordt het aanleggen van zonneparken in het landschap zoveel mogelijk beperkt. Zonnepanelen worden bij voorkeur op daken en gevels geplaatst. Huizen en gebouwen zijn in 2050 energieneutraal, of zelfs energieopwekkend. Voor een duurzaam hoofdenergiesysteem op nationale schaal dient genoeg ruimte te worden gereserveerd.
Duurzaam economisch groeipotentieel
Het doel is om in 2050 in Nederland een concurrerende, duurzame en circulaire economie te hebben. Hiervoor wordt ingezet op goede verbindingen en nieuwe duurzame infrastructuur (zoals elektrische laadstations en opwekkingslocaties). Dit om niet langer afhankelijk te zijn van fossiele bronnen en zo min mogelijk schadelijke stoffen uit te stoten. Ook wordt ingezet op een sterk innovatief vestigingsklimaat voor burgers en bedrijven.
Sterke en gezonde steden en regio’s
Er zijn nieuwe locaties nodig voor wonen en werken. Tussen 2019 en 2030 moeten circa 1 miljoen nieuwe woningen worden gebouwd. Het Rijk wil deze locaties het liefst binnen bestaande bebouwde gebieden realiseren, zodat open ruimtes met groen behouden blijven. Er wordt ingezet op het verbeteren van de leefbaarheid, bereikbaarheid, betaalbaarheid en klimaatbestendigheid van steden en dorpen. Ook in gebieden met bevolkingsdaling staat de vitaliteit en leefbaarheid centraal. De bereikbaarheid van steden en dorpen wordt bevorderd door het verbeteren van het openbaar vervoer en de aanleg van nieuwe infrastructuur. Inzet op een geïntegreerd en flexibel mobiliteitssysteem moet hieraan bijdragen.
Toekomstbestendige ontwikkelingen landelijk gebied
De Nederlandse landbouwsector moet als kringlooplandbouw in de toekomst een minimaal effect hebben op de kwaliteit van lucht, bodem en water. Ook wordt middels verhoging van het waterpeil in bepaalde gebieden de bodemdaling aangepakt. Verder is de inzet gericht op het behoud en de ontwikkeling van karakteristieke eigenschappen van het Nederlandse landschap. Om dit te bewerkstelligen wordt ‘verrommeling’ van de omgeving, door bijvoorbeeld de bouw van distributiecentra en zonneparken, tegengegaan. Tot slot kent Nederland in de toekomst meer ruimte voor de natuur.
Tot slot
De NOVI is erop gericht om de nationale beleidskeuzes op de besproken vier prioriteiten af te stemmen. Voor de visie is een milieueffectrapport (PlanMER) opgesteld waarin de gevolgen van het te voeren beleid voor het milieu en de omgeving inzichtelijk worden gemaakt. Het PlanMER vindt u hier.
De ontwerp-NOVI vormt de basis voor een maatschappelijk debat over de ruimtelijke inrichting en de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland. Het ontwerp van de NOVI is tot stand gekomen in samenwerking met provincies, gemeenten en waterschappen. Ook kennisinstellingen, maatschappelijke partijen en burgers hebben inspraak op de visie. Vanaf eind augustus kunnen zienswijzen worden ingediend. De definitieve NOVI wordt eind dit jaar vastgesteld.
Raadpleeg hier de volledige tekst van het Ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie.