Toen recentelijk ter zitting bij de Afdeling bestuursrechtspraak werd verzocht om de verbeelding (digitale kaart) bij een bestemmingsplan opnieuw te uploaden in het systeem van de Raad van State, leek me dat een fluitje van een cent. Niets bleek minder waar. In plaats van het omwisselen van een digitaal bestandje, diende het volledige bestemmingsplandossier opnieuw geüpload te worden omdat alle bestanden digitaal gekoppeld zijn.
Dat moet toch handiger kunnen, dacht ik toen. Zou de Omgevingswet hiervoor een oplossing bieden?
Met de komst van de Omgevingswet in 2019 wordt ook voorzien in een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) dat gebruikers ondersteunt bij de uitvoering van processen voor planvorming, vergunningverlening, toezicht, handhaving en ook de rechtspraak. Het DSO wordt in fasen uitgerold.
Functionaliteiten
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet (2019) zal het DSO in ieder geval voorzien in de volgende functionaliteiten:
- Een register voor omgevingsdocumenten (omgevingsvisies, programma’s, omgevingsplannen, waterverordeningen, projectbesluiten en eventuele andere bij AmvB aangewezen besluiten of andere rechtsfiguren) dat vergeleken kan worden met ruimtelijkeplannen.nl. Omdat het hier ook de geometrische verbeelding van al die omgevingsdocumenten betreft, zou je kunnen spreken van een Versie 2.0;
- Een landelijke voorziening voor het indienen van een aanvraag om omgevingsvergunning of het doen van een melding die vergeleken kan worden met het Omgevingsloket Online (OLO) en de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM). Ook hier Versie 2.0. omdat de Omgevingswet ook voorziet in andere toestemmingen op grond van de Wabo (denk bijvoorbeeld aan een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming of een watervergunning).
Tot 2024 wordt het DSO verder ontwikkeld tot een alomvattende gegevensvoorziening waarin op ieder moment de actuele informatie over de fysieke leefomgeving kan worden geraadpleegd. Daarbij gaat het niet alleen om het raadplegen van omgevingsdocumenten maar ook het op maat kunnen vinden en tonen van regels die van toepassing zijn. Dit kan gaan om voorschriften en maatregelen, het vinden van informatie over verschillende deelgebieden binnen de fysieke leefomgeving (de zogenoemde informatiehuizen) en op termijn het driedimensionaal (3D) kunnen raadplegen van leefomgevingsinformatie. De idee is dat het DSO enerzijds functioneert als informatieloket maar daarnaast ook faciliteert in processen rondom vergunningverlening, toezicht en handhaving en procedures bij de (bestuurs)rechter. Al met al biedt het DSO belangrijke voordelen die het leven voor de gebruiker een stuk makkelijker maken.
De gebruiker staat centraal
Dit raakt direct de kern van het DSO: het stelt de gebruiker centraal. Dat betekent dat informatie op een eenvoudige manier ontsloten wordt, dat processen en systemen gestandaardiseerd worden en dat communicatie tussen verschillende gebruikers - initiatiefnemers, bevoegd gezag, belanghebbenden en ook de rechterlijke macht – verder vereenvoudigd wordt.
Gebruikers kunnen worden onderscheiden in afnemers van informatie (bijvoorbeeld bevoegd gezag) en bronhouders van informatie (bijvoorbeeld aanvrager omgevingsvergunning). Verschillende gebruikers zullen autorisatie op maat kunnen krijgen, hetgeen toegang verschaft tot bepaalde informatie. Daarbij kan gedacht worden aan verschillende bevoegde gezagen die in het kader van vergunningverlening betrokken zijn, belanghebbenden in het kader van een bezwaarprocedure of de bestuursrechter bij een beroepsprocedure tegen een verleende omgevingsvergunning.
Juridische grondslag van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Artikel 20.20 van de Omgevingswet biedt de basis voor het DSO. In de (consultatieversie) van de Invoeringswet Omgevingswet wordt dit artikel 20.20 op onderdelen aangepast en wordt de regeling rondom het DSO verder uitgewerkt in de artikelen 20.21 tot en met 20.32 (nieuw) Omgevingswet. Zo worden bijvoorbeeld beperkingen gesteld aan ontsluiting van informatie voor zover de Wet openbaarheid van bestuur, de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten, de Databankenwet of de Wet bescherming persoonsgegevens daaraan in de weg staan (art. 20.22 lid 4 en artikel 20.23). In artikel 20.28 wordt de basis gelegd voor standaarden voor gegevens die via de landelijke voorziening worden uitgewisseld. Op dit moment wordt bijvoorbeeld nagedacht over standaarden voor omgevingsplannen (zogenoemde staalkaarten en bouwstenen) waarvoor uiteindelijk bij ministeriële regeling nadere regels zullen worden vastgesteld. Hierbij kan gedacht worden aan een regeling vergelijkbaar met het SVBP 2008 (Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen) voor bestemmingsplannen.
De weg er naar toe
Het Ministerie van IenM, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen hebben op 10 november 2016 in het Bestuurlijk overleg de Visie, het Globaal Programma van Eisen en de Doelarchitectuur van het Digitaal Stelsel Omgevingswet vastgesteld. Deze vormen de roadmap voor de verdere uitbouw van het DSO. De nadere uitwerking hiervan vindt plaats door het Programma Aan de slag met de Omgevingswet. In juridisch opzicht zal de nadere uitwerking plaatsvinden door middel van de Invoeringswet Omgevingswet, de aanvullingswetten, de AmvB's (in het bijzonder het Omgevingsbesluit) en de ministeriële regelingen die nog in ontwikkeling zijn. Het laatste woord hierover is dus nog niet geschreven.
Tot slot
Dit blog begon met de vraag of onder het DSO een ogenschijnlijk eenvoudige handeling – het vervangen van een verbeelding in het digitale systeem van de Raad van State – nog steeds zo ingewikkeld zou zijn. Ik zou menen (en vooral hopen) van niet. In de toekomst zou het DSO zodanig ingericht moeten zijn dat de gebruiker centraal wordt gesteld. Dit betekent ook dat documenten eenvoudig aan dossiers kunnen worden toegevoegd en/of vervangen. Dit is echter alleen mogelijk op het moment dat datasets zodanig worden ingericht dat deze naar eigen inzichten al dan niet te koppelen zijn. Ik hoop dat met het Globaal Programma van Eisen en de Doelarchitectuur hiervoor een goede basis is gegeven. Zo niet, dan mag dit blog als bescheiden verzoek van een gebruiker binnen het omgevingsrecht worden beschouwd!