De belangrijkste wijzigingen:
-
De bevoegdheid informatie geheim te verklaren wordt geregeld in het nieuwe artikel 87. Deze bevoegdheid komt de raad, het college, de burgemeester en de commissies toe.
-
Geheime informatie kan in een aantal gevallen met een ander bestuursorgaan worden gedeeld. Dat is geregeld in het nieuw voorgestelde artikel 88. Het orgaan dat op informatie geheimhouding legde, is als enige bevoegd die informatie met andere organen te delen.
-
Bij het verstrekken van geheime informatie wordt door het orgaan dat de geheimhouding oplegde, vermeld dat op die informatie de verplichting tot geheimhouding rust (artikel 89, eerste lid). Anders dan nu het geval is, wordt niet langer verlangd dat de raad de aan hem opgelegde geheimhouding bekrachtigt.
-
Degene die informatie ontvangt waarop een verplichting tot geheimhouding rust, dient die geheimhouding in acht te nemen en mag derhalve deze informatie niet delen met anderen (artikel 89, derde lid). Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar (artikel 272 Sr). Het wetsvoorstel maakt het daarnaast mogelijk dat de raad besluit een lid van de raad of een door de raad ingestelde commissie dat de opgelegde geheimhouding schendt, ten hoogste drie maanden uit te sluiten van het ontvangen van informatie waarop een verplichting tot geheimhouding rust (artikel 89, vierde lid).
-
De verplichting om de geheimhouding in acht te nemen duurt voort totdat het orgaan dat de geheimhouding op de informatie oplegde, de geheimhouding weer opheft. Deze regel kent één uitzondering, namelijk voor de gevallen waarin de betreffende informatie met de raad is gedeeld. In dat geval is de raad exclusief bevoegd de geheimhouding op te heffen.
-
In artikel 88, vijfde lid, wordt uitdrukkelijk geregeld dat de raad geheime informatie aan anderen kan verstrekken en dat de raad regels kan stellen over het verstrekken van vertrouwelijke informatie door het college aan anderen.
Niet alles wat in de praktijk als knelpunt wordt ervaren, zal met het wetsvoorstel worden opgelost. Een van de ervaren knelpunten is de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak waarin is geoordeeld dat een verzoek tot openbaarmaking van informatie waarop een verplichting tot geheimhouding rust, tevens opgevat dient te worden als een verzoek tot opheffing van de geheimhouding (sinds AbRvS 23 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3140). Het gevolg van deze rechtspraak is dat de opgelegde verplichting tot geheimhouding (telkens) door middel van een Wob-verzoek ter discussie kan worden gesteld. Dat kan omslachtig zijn. In de memorie van toelichting wordt erop gewezen dat in het geval raadsleden op die manier van de Wob gebruikmaken, zij een instrument benutten dat niet is ingebed in de politiek-bestuurlijke verhoudingen. Bezien wordt nog of dergelijk gebruik zou moeten worden uitgesloten van bezwaar en beroep.
De consultatiefase is afgerond. Op basis van de ingediende reacties zal het voorstel wellicht op onderdelen nog wat worden aangepast en pas daarna zal het voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Kortom, het duurt nog wel even voordat de nieuwe regels van toepassing zullen zijn.
Bron: internetconsultatie Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur
Contact:
Bij de Wob-servicedesk van Pels Rijcken (070 - 515 3477) kunt u ook terecht met vragen over toepassing van de geheimhoudingsbepalingen in de Gemeentewet en Provinciewet.
In geval van concrete geschillen kunt u rechtstreeks contact opnemen met Elisabeth Pietermaat of Arno Geleijnse.