In dit artikel gaat de auteur in op de constitutionele leemte die bestaat omdat het bestuursprocesrecht de verhouding tussen rechter en wetgever niet normeert. Deze constitutionele leemte gaat gepaard met praktische en fundamentele problemen, zo laat de bijdrage van Max zien aan de hand van drie procesrechtelijke kwesties:
- de huidige onmogelijkheid van deelname van de wetgever aan het bestuursrechtelijk geding,
- de bestaande onduidelijkheid over de binding van de wetgever aan bestuursrechtelijke toetsingsoordelen en
- de toekomstige toelaatbaarheid van bestuursrechtelijke wetgevingsbevelen.