Belangrijkste wijzigingen en uitzonderingen
Onder de nieuwe wet worden vaste huurcontracten weer de norm. Tijdelijke verhuur van woonruimte zal alleen in de volgende omstandigheden mogelijk zijn:
- Indien de voormalige bewoner dan wel huurder opnieuw het gehuurde wil bewonen middels een diplomatenclausule.
- Als er sprake is van een doelgroepencontract op grond van artikel 7:274a tot en met 7:274f BW. Denk hierbij aan het verstrekken van de woning aan studenten, gehandicapten en in het geval van dringend eigen gebruik. Hierbij blijft de beschermingsmaatregel intact, inhoudende dat een verhuurder verplicht is om een huurder uit dezelfde doelgroep te huisvesten na afloop van de huurovereenkomst.
- Vakantiehuur en wisselwoningen.
- Verhuur zoals bepaald in artikel 15 en 16 van de Leegstandswet.
- Hospitaverhuur.
- Ingevolge artikel 22a van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RTIV).
De inwerkingtreding van de wet is voorzien op 1 juli 2024 en geldt alleen voor nieuwe huurovereenkomsten. Dat betekent dat vóór die datum gesloten en nog te sluiten tijdelijke huurovereenkomsten geldig blijven.
Wet goed verhuurderschap
Dat de wetgever in toenemende mate oog heeft voor de positie van de huurder, blijkt ook uit de Wet goed verhuurderschap, die per 1 januari 2023 in werking is getreden. Deze wet beoogt huurders te beschermen tegen malafide huurpraktijken zoals excessieve huurprijzen, achterstallig onderhoud, intimidatie en illegale verhuur. In deze wet is een belangrijke rol weggelegd voor gemeenten. Zo moeten gemeenten per 1 januari 2024 een meldpunt inrichten waar huurders en woningzoekenden terecht kunnen met signalen en meldingen over ongewenst verhuurgedrag.
Welke rol kan Pels Rijcken vervullen?
Pels Rijcken kan adviseren over de implicaties van deze nieuwe wetgeving. Heeft u vragen, neem dan contact op met Maryse Mesu-Abbekerk.
Bron: Wet vaste huurcontracten