Diverse (met name) digitale bevoegdheden hebben in de loop der jaren al een plek gekregen in het huidige Wetboek van Strafvordering, onder meer op grond van de wetten Computercriminaliteit I-III. Dit is de overzichtelijkheid van de regeling van opsporingsbevoegdheden niet ten goede gekomen. Het nieuwe Strafvordering voorziet in Boek 2 daarom in een vereenvoudigde en opnieuw gestructureerde regeling voor de opsporing, waarin het onderzoek van gegevens een centrale plek heeft gekregen. Daarnaast bevatten de voorstellen bepalingen met specifieke grondslagen voor digitale onderzoeksbevoegdheden, zoals het openbronnenonderzoek, de mogelijkheid van netwerkzoeking en de nieuwe regeling van het onderzoek van gegevens.
Geautomatiseerde data-analyse door derden
Daarnaast gaat de auteur in op de voorgestelde nieuwe bevoegdheid tot het laten verrichten van een data-analyse door derden. Op grond van artikel 2.7.50 nieuw Strafvordering kan de officier van justitie bedrijven of instellingen bevelen dat zij gegevens bewerken en het resultaat aan de officier van justitie verstrekken. Anders dan de data-analyse door de opsporingsautoriteiten zelf, heeft deze bevoegdheid nog weinig nadere aandacht gekregen.