In reactie op de problemen met de Wet DBA, komt het kabinet Rutte III met een ogenschijnlijk nieuwe aanpak van het zzp-vraagstuk. Er worden simpel gezegd drie groepen zzp’ers onderscheiden: zzp’ers met een laag tarief, zzp’ers met een hoog tarief en alles wat daar tussenin zit. Voor de eerste twee groepen zzp’ers bieden de plannen (meer) duidelijkheid, maar voor de grote middengroep duurt de onzekerheid (nog even) voort.
Duidelijkheid voor zzp’ers aan de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt – een minimum uurtarief
Het voornemen is om een minimumuurtarief voor zzp’ers te hanteren. Is het uurtarief van een zzp’er lager dan dit minimum, dan wordt er in de volgende twee situaties altijd geacht sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst:
- de overeenkomst duurt langer dan drie maanden; of
- de zzp’er verricht reguliere bedrijfsactiviteiten.
Welk bedrag precies als een laag tarief kwalificeert, kan variëren. Een laag tarief zal gelijk zijn aan 125% van het wettelijk minimumloon of overeenkomen met de laagste loonschalen in cao’s. De verwachting is dat dit tarief vermoedelijk zal liggen in een bandbreedte van 15 tot 18 euro per uur.
Wat betekent dit voor stukloon?
Een interessante vraag is hoe wordt omgegaan met de situatie dat een zzp’er niet per uur, maar per opdracht wordt betaald (stukloon). Denk bijvoorbeeld aan de maaltijdbezorger die 5 euro per bezorging ontvangt. Voorstelbaar is dat in die gevallen wordt aangesloten bij de nieuwe regels ten aanzien van stukloon in de Wet minimumloon. Kort gezegd zou dit betekenen dat aan de hand van de voor de betreffende opdracht afgesproken prijs en de tijd die door de zzp’er daadwerkelijk aan de opdracht is besteed een opbrengst per uur wordt vastgesteld. Deze moet dan vervolgens minimaal gelijk zijn aan het minimumtarief.
Een ‘opt out’ regeling voor zzp’ers aan de ‘bovenkant’ van de arbeidsmarkt
Zzp’ers die aan de bovenkant van de arbeidsmarkt opereren krijgen van dit kabinet meer vrijheid. Hanteert men een uurtarief van meer dan 75 euro per uur, dan geldt er een ‘opt out’ regeling. Hierop is een uitzondering. Indien een zzp’er voor een opdrachtgever gedurende meer dan een jaar reguliere bedrijfsactiviteiten verricht, dan kan hij geen gebruik maken van deze regeling.
De vraag is wat deze ‘opt out’ regeling precies inhoudt. Ziet de regeling alleen op de fiscale verplichtingen (de opdrachtgever hoeft geen loonheffingen in te houden) of kan men ook de toepasselijkheid van arbeidsrecht uitsluiten (er bestaat dan bijvoorbeeld geen verplichting om het loon bij ziekte door te betalen)? Dit zal in de komende periode duidelijk moeten worden, maar het valt te hopen dat de regeling zowel fiscaal als arbeidsrechtelijk gaat gelden.
En voor de middengroep? Er is weer een nieuwe verklaring bedacht
Met het intrekken van de Wet DBA, zal ook het systeem van de modelovereenkomsten komen te vervallen. Daarvoor in de plaats komt er een zogenoemde ‘opdrachtgeversverklaring’. Deze verklaring zal in de praktijk met name van betekenis zijn voor zzp’ers die meer dan het lage tarief, maar minder dan het hoge tarief verdienen.
Opdrachtgevers moeten de opdrachtgeversverklaring gaan aanvragen. Dit kunnen ze doen via het invullen van een webmodule. Met deze verklaring krijgt een opdrachtgever vooraf zekerheid of hij al dan niet loonbelasting en sociale premies moet inhouden. De verklaring heeft een vrijwarende werking, tenzij de webmodule niet naar waarheid is ingevuld.
Nadere verduidelijking gezagsverhouding
Ten behoeve van de webmodule wordt het onderdeel ‘gezagsverhouding’ verduidelijkt. Hoe dit precies gaat gebeuren, moet nog nader worden uitgewerkt. Onder de Wet DBA zorgde onduidelijkheid over de vraag of er sprake was van een gezagsverhouding in de praktijk voor de meeste onzekerheid. Het is dus goed dat het kabinet hier aandacht voor heeft. Of de verduidelijking daadwerkelijk een oplossing vormt, zal echter sterk afhangen van hoe deze wordt vormgegeven.
Overgangsperiode
Zolang de Wet DBA nog niet officieel is ingetrokken, zal de Belastingdienst vermoedelijk het huidige handhavingsbeleid voortzetten ten aanzien van zzp’ers: enkel bij evident kwaadwillenden wordt ingegrepen.
Na het invoeren van de nieuwe wetgeving krijgt de markt tijd om hieraan te wennen. Er geldt dan gedurende maximaal één jaar een terughoudend handhavingsbeleid.
Toekomstplannen
Het kabinet gaat met behulp van sociale partners en veldpartijen verkennen of en hoe zelfstandig ondernemerschap via de invoering van een ondernemersovereenkomst een eigen plek kan krijgen in het Burgerlijk Wetboek. Verder wordt bezien hoe bij zelfstandigen de verzekeringsgraad voor arbeidsongeschiktheid kan worden verhoogd.
Conclusie
Het lijkt erop dat dit kabinet ten aanzien van zzp’ers meer maatwerk wil leveren. Bescherming voor de onderkant en geen onnodige belemmeringen voor de bovenkant van de arbeidsmarkt. De belangrijkste vraag is echter, hoe pakken de plannen straks uit voor de grote middengroep. Zij blijven voorlopig nog in onzekerheid.
Bron: Regeerakkoord "Vertrouwen in de toekomst"
Voor een overzicht van alle plannen uit het regeerakkoord zie ons overzichtsblog Het regeerakkoord 2017-2021: een overzicht van de belangrijkste plannen op arbeidsrechtelijk gebied