Op 1 januari 2020 is de zogenoemde cumulatiegrond ingevoerd. Sindsdien kan een arbeidsovereenkomst worden ontbonden door een combinatie van verschillende ontslaggronden. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens een combinatie van factoren die vallen onder verwijtbaar handelen of nalaten ('de e-grond') en een verstoorde arbeidsverhouding ('de g-grond')
Bij het indienen van een ontbindingsverzoek op grond van verwijtbaar handelen of nalaten is duidelijk dat herplaatsing niet in de rede ligt. Maar hoe zit dit bij de cumulatiegrond? En meer specifiek wanneer aan de cumulatiegrond ook omstandigheden uit de e-grond ten grondslag worden gelegd? Moet je als werkgever dan een herplaatsingsonderzoek verrichten, of kan je je dan op het standpunt stellen dat in dat geval herplaatsing niet in de rede ligt?
Stefan Opgenhaeffen en Jolien Bruinewoud hebben onderzocht hoe rechters in zulke situaties omgaan met het herplaatsingsvereiste.