Bij uitspraak van 29 april 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een ogenschijnlijk evidente uitspraak gedaan over het toekennen van een woonbestemming aan een nieuw te realiseren zorglandgoed. Met in het achterhoofd de ingrijpende veranderingen in de financiering van langdurige zorg – extramuralisatie – komt deze uitspraak evenwel in een meer gecompliceerd daglicht te staan.
Wat was er aan de hand?
De gemeente Geldermalsen heeft een bestemmingsplan vastgesteld dat voorziet in het oprichten van een zorglandgoed. Daartoe is primair de bestemming ‘Wonen’ toegekend met de mogelijkheid van het oprichten van een zorggebouw voor 30 vaste woonplaatsen en 6 tijdelijke woonplaatsen ter plaatse van de aanduiding ‘zorginstelling’. Het zorggebouw voorziet in woonplaatsen voor onzelfstandige bewoning. Omwonenden komen op tegen deze wijze van bestemmen met de stelling dat een woonbestemming niet passend is voor onzelfstandige bewoning zodat de bestemming ‘Maatschappelijke doeleinden’ zou moeten worden toegekend. Onder verwijzing naar de Regeling standaarden ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad een bestemmingsplan vorm te geven en in te richten conform de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP). De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de systematiek van het SVBP niet toelaat dat de bestemming ‘Wonen’ ten behoeve van de functie ‘zorginstelling’ wordt opgenomen. Het plan voorziet naar het oordeel van de Afdeling in een zorginstelling ten behoeve van onzelfstandige bewoning waarbij sprake is van 24-uurs begeleiding en zorg. In de systematiek van het SVBP is hiervoor de bestemming ‘Maatschappelijk’ voorgeschreven. Als gevolg hiervan worden de beroepen gegrond verklaard en wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan vernietigd.