Uitbreiding toepassingsbereik Wet Bibob
Het toepassingsbereik van de Wet Bibob is verruimd. Voorheen kon alleen bij overheidsopdrachten in de sectoren bouw, milieu en ICT een integriteitsonderzoek worden verricht. Sinds 1 augustus 2020 vallen alle overheidsopdrachten onder de reikwijdte van de Wet Bibob.
Daarnaast kunnen gemeenten en provincies bij meer vastgoedtransacties de Wet Bibob toepassen. Het gaat ten eerste om de verkoop door gemeenten of provincies van aandelen in een rechtspersoon met vastgoed in bezit. Wanneer de gemeente of provincie aandelen bezit in een rechtspersoon die vastgoed huurt of in eigendom heeft, kan bij de overdracht van die aandelen een Bibob-onderzoek worden verricht. Dat kan ook worden bedongen bij de overdracht van een erfpachtrecht waarvoor toestemming van de gemeente is vereist.
Verder is verduidelijkt dat de bekostiging van onderwijs en onderzoek onder het begrip ‘subsidie’ en daarmee onder het bereik van de Wet Bibob valt. Ook bij de financiering van onderwijs(huisvesting) kan dus onderzoek worden gedaan naar de integriteit van bestuurders en relaties.
Meer eigen onderzoek mogelijk
Vóór de wijziging van de Wet Bibob was het eigen onderzoek van bestuursorganen beperkt tot raadpleging van de justitiële gegevens van de betrokkene zelf, zoals de aanvrager van de vergunning, en de (indirecte) bestuurders, als het om een rechtspersoon gaat. Op strafbare feiten van derden waarmee de betrokkene een relatie heeft, kon een bestuursorgaan geen zicht krijgen. Daarvoor moest men zich steeds tot het LBB wenden. Dat is nu veranderd. Bestuursorganen kunnen nu zelf de justitiële gegevens opvragen van leidinggevenden, vermogensverschaffers, aandeelhouders en, bij schijnconstructies, bijvoorbeeld de feitelijke exploitant (“degene die redelijkerwijs met betrokkene gelijk kan worden gesteld op grond van zijn feitelijke invloed op de betrokkene”).
De wetgever verwacht van bestuursorganen dat zij zoveel mogelijk eerst gebruik maken van de mogelijkheden voor eigen onderzoek. Doen zij dat onvoldoende, dan kan het LBB een adviesvraag buiten behandeling laten.
Geldigheidsduur LBB-adviezen verlengd
Vanaf 1 augustus kunnen adviezen van het LBB geen twee jaar, maar vijf jaar worden gebruikt voor het nemen een andere beslissing. Na twee jaar hoeft dus niet meer een geheel nieuw Bibob-onderzoek te worden verricht, maar dat betekent niet dat zonder meer van het oude Bibob-advies mag worden uitgegaan. Bestuursorganen zullen steeds moeten bezien of de justitiële gegevens waarop het advies is gebaseerd, nog actueel zijn. Een lopende vervolging kan immers inmiddels zijn uitgemond in een vrijspraak. Het betreffende strafbare feit mag dan niet meer worden meegenomen in de beoordeling. Voor een sepot, ook een technisch sepot vanwege een gebrek aan bewijs, geldt dat niet meer. In de wetswijziging is meegenomen dat sepots voortaan, anders dan de rechtspraak luidde, wél mogen worden betrokken in de beoordeling van het gevaar.
Voorschriften bij ernstig gevaar
Tot slot ziet de wetgever meer ruimte voor maatwerk, door mogelijk te maken dat ook bij een ernstig gevaar kan worden volstaan met het verbinden van voorschriften aan een beschikking. Die voorschriften kunnen zo nodig in een later stadium worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken. Bij overtreding van de voorschriften kan de beschikking alsnog worden ingetrokken. Daarvoor is het niet nodig dat alsnog of opnieuw een ernstig gevaar wordt vastgesteld.
Bronnen:
-
-
Een volledig overzicht van de wijzigingen van de Wet Bibob is te vinden op de website van Justis en de daarop gepubliceerde factsheets.
Wilt u met onze experts bespreken wat deze of andere wijzigingen van de Wet Bibob voor uw overheidsorganisatie betekenen?
Voor vragen over de toepassing van de Wet Bibob bij vergunningen en subsidies kunt u contact opnemen met Irene van der Heijden en Luuk Sieverink.
Gaat het om vastgoedtransacties, dan kunt u terecht bij Alain de Jonge en Frederieke Khader-Guljé.
Voor algemene vragen over de gevolgen van deze wetswijziging voor u als gemeente of provincie, kunt u contact opnemen met de Helpdesk Openbare Orde en Ondermijning (
(+ 31 70 515 3476)