Nieuw in de plannen van de minister is nu dat:
- de maximaal redelijke huurprijs op grond van het woningwaarderingsstelsel dwingend wordt, op straffe van een boete (nu moet deze door de huurder worden afgedwongen via de Huurcommissie);
- de jaarlijkse huurprijsindexering in het middensegment straks gemaximeerd is op de stijging van de CAO-lonen + 0,5%;
- de in mei 2022 ingevoerde WOZ-cap gaat niet gelden voor het middensegment;
- goede energielabels worden in het nieuwe WWS beter gewaardeerd dan nu het geval is en slechte labels (E, F en G) krijgen aftrekpunten;
- onderzoek naar de impact van de regulering op de investeringsbeslissing van investeerders wordt nader onderzocht, omdat is gebleken dat deze mede afhankelijk is van andere marktomstandigheden (zoals gestegen bouwkosten en opgelopen rente);
- voor bouwprojecten waarbij lokale prijsafspraken zijn gemaakt komt een overgangsregime: een tijdelijke prijsopslag is toegestaan voor nieuwbouwprojecten die worden opgeleverd ná 1 januari 2024 en waarvan de bouw vóór 1 januari 2025 is gestart. Deze opslag op de maximale huurprijs volgens het WWS bedraagt 5% voor 10 jaar.
In de brief geeft de minister aan dat hij nog een aantal aanvullende maatregelen wil onderzoeken, waaronder of het mogelijk is om voor het sociale segment de handhaving op het WWS ook toe te passen op lopende contracten. Daarnaast laat de minister zich ontvallen dat hij voornemens is om in het wetsvoorstel goed verhuurderschap op te nemen dat gemeenten in specifieke gebieden een verbod op tijdelijke huurcontracten in kunnen stellen. Zie hierover ook ons blog over het Wetsvoorstel Wet goed verhuurderschap.
Heeft u vragen? Bijvoorbeeld over de gevolgen van de aanstaande regulering van de middenhuur voor uw (bouw)project of vastgoedportefeuille? Onze vastgoedexperts staan u graag te woord.
Bron: Kamerbrief minister voor VRO over regulering middenhuur van 9 december 2022
Zie ook ons blog van 26 oktober 2022 over de eerste contouren van de plannen om middenhuur te reguleren