Safety first
De afgelopen tijd hebben de juridische aspecten rond windenergie op warme belangstelling mogen rekenen. Een onderwerp dat tot nog toe onderbelicht is, betreft externe veiligheid bij windturbines. IJsafwerping, mastbreuk, het afbreken van een turbineblad. Zomaar wat incidenten die zich kunnen voordoen bij een windturbine. In een artikel in het tijdschrift Milieu & Recht (2014/65) schetst Robin Aerts op toegankelijke wijze het juridisch kader rond externe veiligheid bij windturbines.
Allereerst staat hij kort stil bij het begrip 'externe
veiligheid' en de basisbegrippen die hierbij een rol spelen, zoals
plaatsgebonden risico, groepsrisico en de vraag wat verstaan moet
worden onder een (beperkt) kwetsbaar object. Vervolgens wordt het
juridisch kader rond externe veiligheid bij windturbines belicht.
Nadat aandacht is besteed aan de vraag of zich een extern
veiligheidsrisico kan voordoen, wordt onder andere ingegaan op het
directe risico. Dit is het risico dat een omwonende of een passant
dodelijk wordt getroffen door een (onderdeel van een) windturbine.
In de praktijk is het juridisch kader rond indirecte risico's zeker
zo belangrijk. Het betreft de zogenaamde domino-effecten. Het falen
van de windturbine zorgt dan indirect voor slachtoffers. Gedacht
kan worden aan de situatie waarbij een rotorblad afbreekt
en vervolgens een opslagtank met chemicaliën raakt waardoor
een toxische wolk ontstaat die tot dodelijke slachtoffers
leidt.
Wet- en regelgeving geven de afstanden aan die bij plaatsing van
windturbines aangehouden moeten worden tot bebouwing en (boven- of
ondergrondse) infrastructuur. In de praktijk kan echter niet altijd
voldaan worden aan deze afstanden. Door het treffen van bron- of
mitigerende maatregelen kan een windturbine toch geplaatst worden.
Aan het slot van het artikel geeft Robin een overzicht van hetgeen
op dit punt mogelijk is.
Klik hier voor het
volledige artikel van Robin Aerts.