De opdracht voor de studenten: schrijf een preambule voor onze Grondwet. Druk daarin uit tegen de achtergrond van welke waarden de Grondwet voortaan moet worden gelezen. Mijn taak was de studenten te inspireren vanuit de rechtspraktijk. Het dwong mij terug te keren naar de belevingswereld van een eerstejaars en te bedenken hoe mijn leven er toen uitzag. De toekomst lag open, alles was mogelijk en dat ik ooit landsadvocaat zou worden, was niet in me opgekomen. Ik studeerde vooral Geschiedenis. Met Rechten begon ik toen pas net omdat mij ook dat leuk leek.
Die zorgeloosheid, dat is bij deze generatie wel veranderd. Al in het eerste jaar hebben ze kopzorgen over hun carrièrekansen. Hopelijk nemen ze mijn advies ter harte vooral te doen waar je hart ligt en daar dan goed in te worden. Die ene pakkende scriptie of ervaring maakt het verschil, niet een ellenlange lijst met stages, bijbanen en bestuursfuncties. Met de belofte dat wij dáár vooral naar kijken, mocht je bij ons willen werken.
Wat ik toen al wel deelde met deze generatie is maatschappelijke betrokkenheid. Gezien de tijd legde ik voor welke zaak ze wilden dat ik zou bespreken. Er gingen slechts een paar handen omhoog bij de zaak van de Avondklok, hoewel zij daardoor juist persoonlijk waren geraakt. Massaal vlogen de handen omhoog voor de zaak van de F-35, die draait om leed bij medemensen verder weg en om buitenlandse politiek en nationale veiligheid. Ik heb hen geprobeerd uit te leggen dat juist in die zaak de vraag speelt waar de knoop moet worden doorgehakt: in de rechtszaal of in het kabinet en de Tweede Kamer? De trias politica in de praktijk.
Als landsadvocaat adviseer ik de Staat over wat juridisch wél en niet kan. Over de begaanbare paden dus, zoals de spreker na mij, directeur Constitutionele Zaken en Wetgeving bij BZK, Wytze van der Woude, het verwoordde. Het is aan de politiek om oplossingen te bedenken en te bepalen waar we moeten uitkomen. De Grondwet uit 1815 geeft daarvoor de nodige richtingaanwijzers en het is de kunst die grondbeginselen levend te houden in de verdere toekomst. Daarover maak ik me bij deze generatie aankomende juristen in ieder geval allerminst zorgen.