De NVWA ziet toe op de veiligheid van voedsel en consumentenproducten, dierenwelzijn en bescherming van de natuur. Dat is een enorme opgave, zoals wel blijkt uit enkele jaarcijfers. In 2023 werden bijvoorbeeld ruim 33.500 voedselinspecties uitgevoerd, 17.000 monsters genomen van vlees in slachthuizen en 964 locaties met attracties en speeltoestellen bezocht. Het aantal boetes bedroeg vorig jaar 7.692 en het aantal bestuurlijke maatregelen ruim 1.200.
Hogere bewijslat
Er werden 1.320 bezwaren ingediend en daarop volgden 588 beroepen. Door de oogharen heen concludeert Lamboo: “De rechter is kritischer op ons en vraagt meer maatwerk. De bewijslast of de bewijslat ligt daardoor hoger; dat vergt iets van ons als toezichthouder in het vormgeven van ons toezicht. Het is daardoor ingewikkelder, maar niet onmogelijk, om gezag te hebben en uit te blijven stralen. Dat neemt niet weg dat de samenleving wil dat we misstanden aanpakken. Dat wringt soms met elkaar.”
Lamboo startte 1 oktober van dit jaar in haar huidige functie, maar kent de NVWA van haver tot gort. Sinds 2017 was ze directiesecretaris Strategie, plaatsvervangend hoofd Juridische Zaken en manager Team Bezwaar en Beroep. Nu werkt ze als afdelingshoofd van de afdeling Algemene Taken, directie Handelstoezicht. Daarnaast is zij kwartiermaker van eenzelfde afdeling voor de directie Slachttoezicht.

Maatwerk en uniformiteit
“Het gros van de ondernemers is relatief klein. Bijvoorbeeld een restauranthouder, een transporteur van vee, een veehouder, een tabakszaak, de winkelier. Daarnaast hebben we ook te maken met grote en zeer grote bedrijven. Na de toeslagenaffaire en ‘Groningen’ zijn rechters terecht meer aandacht gaan geven aan maatwerk. Ook vanuit het oogpunt van herstel van vertrouwen in de overheid. Daarin is het nog zoeken met elkaar. Bij het geven van aandacht aan meer maatwerk mag er oog zijn voor de uitvoerbaarheid van wettelijke bepalingen waar een toezichthouder toezicht op houdt. Als toezichthouder willen we bijvoorbeeld dat er naast maatwerk ook uniformiteit is in de aanpak met oog op rechtsgelijkheid en rechtszekerheid.”
Vastleggen en duiden
Een voorbeeld, zo vertelt ze, is het aanpakken van overtredingen bij veevervoer. Soms gaan er dieren op transport die niet transportwaardig zijn. Bijvoorbeeld omdat ze een aandoening hebben. Aan de NVWA de taak daarop toe te zien. Lamboo: “Voor de aanpak daarvan was een rapport van bevindingen veelal voldoende waarin we vaststelden dat er een dier op transport was gezet met reeds aanwezige aandoeningen. De rechter nam dat dan van ons aan. Nu is dat niet altijd meer voldoende; belangrijk is dat we vastleggen en voldoende duiden en uitleggen wat maakt dat – in het geval van het transport van een dier – het dier al voorafgaand aan het transport niet geschikt was voor vervoer. Doen we dat niet of onvoldoende dan zien we dat twijfel in het voordeel van de ondernemer wordt uitgelegd. Juist in de voedselindustrie en de vleessector hebben we veel zaken. Het belang is hier vaak groot. Daardoor zien we dat deze bedrijven vaker in beroep en hoger beroep gaan.”
Het overgrote deel van de bezwaar- en (hoger) beroepszaken wordt door de NVWA met eigen mensen afgehandeld. In een klein deel van de (hoger) beroepszaken, circa tien tot twintig per jaar, wordt Pels Rijcken gevraagd te ondersteunen. “99 procent van de zaken doen we zelf, voor 1 procent ervan zetten we Pels Rijcken in. Daarnaast hebben we soms te maken met aansprakelijkstelling van de NVWA. Gebeurt dat bij de burgerlijke rechter dan hebben we een advocaat nodig en schakelen we Pels Rijcken in.”
Onafhankelijke advocaat
Volgens Lamboo kiest de NVWA strategisch voor inzet van Pels Rijcken. “We vinden het bijzonder waardevol om over een advocaat te beschikken die weet hoe het bij een overheidsorgaan werkt en wat onze behoefte is. We vinden het daarbij belangrijk soms juist een zaak niet zelf te doen, maar een onafhankelijke advocaat in te zetten van Pels Rijcken. Ook het belang of de omvang van een zaak kan een afweging zijn om Pels Rijcken in te zetten.”

Hoewel de hogere bewijslast uitdagingen met zich brengt, is Lamboo tegelijk positief. “Zoals gezegd kost het tijd om een nieuwe balans te vinden. Als toezichthouder die maatregelen kan nemen die van grote impact zijn voor een onderneming is het belangrijk om maatwerk te leveren en daarbij ook aandacht te hebben voor uniformiteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Daarbij zie ik dat we dan een grote creativiteit aan de dag leggen om te midden van juridisering en een complex stakeholderveld weer nieuwe wegen te vinden om toezicht- en handhaving vorm te geven. Waar nodig vullen we dat aan met de advocaten-skills van en kennisdeling met Pels Rijcken.”
Lessen trekken
Ondernemers die handenwrijvend in de nieuwe lijn van bestuursrechters kansen zien, komen volgens Lamboo uiteindelijk van een koude kermis thuis. “Vanzelfsprekend trekken we lessen uit procedures en uitspraken en verbeteren we onze werkwijze. Zodat we met gezag en met effect toezicht kunnen houden.”