Wordt dit een afscheidsinterview?
“Nu je het zo zegt, eigenlijk wel. Binnenkort stop ik bij VWS. Ik mag met pensioen. Maar ik weet al dat ik niet ga stilzitten.”
Hoe kwam je zo op deze plek bij VWS terecht?
“Ze zochten een leidinggevende met een combinatie van brede juridische en financiële kennis. Door de opkomst van het coronavirus zag de overheid zich ineens geconfronteerd met de noodzaak om zeer snel beschermingsmiddelen in te kopen. Het ministerie van VWS was daarvoor aan zet. Dat betekende met spoed inkoop organiseren en publiek-private samenwerkingen opzetten.”
Wat trok je daarin aan?
“Na lange tijd werkzaam te zijn geweest in de private sector, heb ik ook altijd interesse gehad voor maatschappelijke vraagstukken. Naast bestuurs- en toezichthouderrollen, vond ik het wel eens tijd om daar mijn dagtaak van te maken en in dienst te treden voor de publieke zaak. Overigens kon ik toen natuurlijk niet overzien wat de coronacrisis zou gaan betekenen voor mij noch voor VWS, laat staan voor de samenleving als geheel.”


Met de pensioengerechtigde leeftijd in zicht, kijkt Ben Baldwin terug op een carrière waarin hij het juridische combineert met het financiële en bestuurlijke. Met rollen als legal counsel bij ING Bank, general counsel bij GE Artesia Bank, advocaat bij meerdere advocatenkantoren in Amsterdam, zelfstandig adviseur voor het MKB, toezichthouder en bestuurslid voor ngo’s zoals de Nederlandse Reddingshonden Bond en de Stichting Take Back Your Privacy, besluit hij zijn loopbaan in dienst van de publieke zaak als Hoofd Juridisch Advies bij ministerie van VWS, waar hij sinds juni 2020 werkzaam is.

Wat heeft de coronacrisis voor VWS betekend?
“Ik kan alleen spreken voor mijn afdeling en vanuit mijn verantwoordelijkheid. Het betekende voor ons vooral dat we van het ondersteunen bij de inkoop in crisistijden en het doneren aan ontwikkelingslanden al snel in een situatie belandden met veel civiele geschillen en meer dan 150 juridische procedures in vijf jaar tijd. Wat ik daarnaast in algemene zin nog wel wil toevoegen, is dat ik van binnenuit heb gezien dat bewindspersonen echt een bizar zware baan hebben. Daar heb je als buitenstaander geen idee van. Groot respect voor hun inzet en de enorme verantwoordelijkheid die zij toen ook op zich namen.”
Was jouw afdeling juridisch voorbereid op wat er kwam? Was jij dat?
“Vóór het coronavirus liepen er vanuit VWS hooguit een handvol civiele procedures, vaak gerelateerd aan aanbestedingen. Dus die enorme toestroom, dat was echt nieuw. Mijn team heeft in die tijd alle zeilen bij moeten zetten ook ten aanzien van bijzondere (subsidie)regelingen die gemaakt werden, terwijl het reguliere werk gewoon doorliep. Op zich zijn crises en conflicten voor juristen en advocaten niet vreemd. Zelf werkte ik bij een bank tijdens de bankencrisis en die was ook niet mals. Tegelijk had niemand ervaring met de levensbedreigende situatie die het coronavirus betekende. Containers en vrachtwagens met beschermingsmiddelen werden roofgoed en moesten zelfs worden bewaakt. Het was ongekend. Juridisch was VWS daar niet voldoende op voorbereid. We hebben heel snel moeten leren.”
Het ontstaan van de bekende ‘mondkapjesdeal’ is daar een gevolg van?
“Zonder op specifieke zaken in te gaan, is het een teken aan de wand dat het een van meerdere procedures is. Een deel ervan is wel in de openbaarheid gekomen. Er heeft een aantal mensen en partijen geprobeerd op boeverige wijze rijk te worden. In totaal hebben we vanuit VWS zelf dertien civiele procedures gestart sinds 2020. Voorheen gebeurde dat vrijwel nooit. We hebben vorderingen ingesteld tegen leveranciers die nalatig waren en afspraken niet nakwamen. De procedures die wij zijn gestart lopen bijna allemaal nog. Maar we hebben er ook veel voorkomen en ook kunnen schikken. We zijn in staat geweest om te voorkomen dat de overheid voor vele tientallen miljoenen euro’s het schip in is gegaan. Tegelijk is dat (nog) niet in alle situaties gelukt.”
Wat heeft je geraakt in die periode?
“Ethiek, moraal, de publieke zaak, fatsoen, je kunt er niet van uitgaan dat iedereen daar dezelfde waarde aan hecht. Voor mensen bij de overheid zijn die uitgangspunten vanzelfsprekend een prioriteit. Ze realiseren zich niet dat niet iedere commerciële partij dat ook in zich heeft. Het is heel bemoedigend te merken dat echt het overgrote deel van de overeenkomsten die we met bedrijven en tussenpersonen sloten, vele honderden in die paar jaar tijd, goed zijn verlopen. Deze mensen en bedrijven hebben Nederland echt geholpen, vaak belangeloos of tegen een nette vergoeding. Het is tegelijk bedroevend te merken dat er een kleine groep mensen en bedrijven is die te midden van een levensbedreigende crisis misbruik maken van de situatie en het financiële gewin vooropstellen.”

Er was te veel vertrouwen?
“De kunst is dat vertrouwen het uitgangspunt blijft. Voor de jurist misschien een dooddoener maar je moet toch heel duidelijk afspreken wat je met oog op de publieke zaak van partijen verwacht en niets ertussen laten hangen. Als je bijvoorbeeld met een partij altijd al samenwerkte op andere terreinen volgens een vast winstpercentage en vanuit een raamcontract, gaat men er vanuit dat in een crisis, als je buiten het raamcontract een aanvullende inkoop overeenkomt, datzelfde percentage wordt gehanteerd. Dat klinkt nu logisch, maar volop in crisismodus wilde men vooral snel zaken doen en leunde men op die vertrouwensrelatie. Maar kennelijk kon dat niet bij iedereen.”
Een kwestie van voorbereiding op het ergste dus?
“In allereerste begin van de coronatijd werd soms op basis van een paar mails een inkoop overeengekomen. Dat is natuurlijk niet wenselijk. Je moet modelovereenkomsten in de kast hebben liggen. Je moet ook de beschikking hebben over een plan om zo snel mogelijk op te schalen met pragmatische, slagvaardige juristen en die betrekken in dergelijke inkooptrajecten en het opzetten van samenwerkingen. Pels Rijcken heeft op een gegeven moment VWS die ondersteuning kunnen bieden. Maar het moet eigenlijk nog eerder, als er niets aan de hand is. Voordeel is dat we nu wel die ervaring hebben opgebouwd, die we moeten koesteren. De schenkingsovereenkomsten die we in coronatijd ontwikkelden, hebben we vervolgens ook ingezet voor Oekraïne.”
Wat is de afdronk van de civiele procedures in de afgelopen jaren?
“Het overgrote deel van de circa 150 civiele procedures die tegen de Staat, tegen VWS, zijn gestart in coronatijd hebben we gewonnen. Daarnaast zijn veel geschillen nooit voor de rechter gekomen, omdat we er vooraf in alle redelijkheid al uit kwamen met elkaar. Het grootste deel was gerelateerd aan de coronacrisis en ging bijvoorbeeld om de inkoop van beschermingsmiddelen en vaccins maar vergeet ook niet de vele kortgedingen van burgers en ondernemers die opkwamen tegen de coronamaatregelen. Er lopen ook nog procedures, zoals de procedures die we zelf hebben gestart.”
En nu, stromen de civiele claims nog steeds binnen?
“Zo druk als het was in coronatijd is het nu gelukkig niet meer, maar er komen nog steeds aan corona gerelateerde claims binnen. We hebben meer huiswerk te doen. Bovendien zie je nu dat de coronacrisis onze samenleving heeft veranderd. Meer bedrijven en instellingen kiezen het juridische traject bij onenigheid, maar ook meer individuele burgers. De groeiende mondigheid van de burgers is op zich goed, maar vertaalt zich ook naar meer juridische geschillen en claims die niet altijd reëel zijn. Dat is een nieuwe werkelijkheid waarmee we mee te maken hebben.”
Wat wordt jouw nieuwe werkelijkheid straks?
“De publieke zaak, meewerken aan maatschappelijke vraagstukken, dat laat me niet meer los. De coronacrisis heeft ook mij veranderd. Ik zou mijn ervaring graag blijven inzetten in een advies- of toezichtrol.”
