Het gerechtshof Den Haag heeft op 7 mei jl. arrest gewezen in de zaak Staat/Milieudefensie. Milieudefensie (die samen optreedt met Stichting Adem in Rotterdam en 57 privépersonen) eist dat de Staat meer moet doen om de lucht in Nederland schoner en dus gezonder te maken. Het hof wijst de vorderingen van Milieudefensie af. De conclusie van het hof is dat de Staat der Nederlanden voldoende doet om de resterende luchtkwaliteitsknelpunten zo snel mogelijk op te lossen.
De vordering van Milieudefensie betrof een drietrapsraket: primair de eis dat de Staat ervoor moet zorgen dat in Nederland aan de strenge normen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt voldaan, subsidiair dat aan de grenswaarden uit de Europese richtlijn (2008/50/EG) wordt voldaan met een veiligheidsmarge van 10 µg/m3 en meer subsidiair dat overal in Nederland aan de grenswaarden wordt voldaan.
Over de primaire vordering oordeelt het hof dat de normen van de WHO aanbevelingen zijn en geen bindende voorschriften. De Staat handelt niet in strijd met de grondrechten op leven en gezondheid door deze aanbevelingen niet meteen in te voeren. Deze grondrechten, die verankerd zijn in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM), laten de Staat ruimte om een eigen afweging te maken over het tempo waarin verdergaande maatregelen worden genomen (margin of appreciation). De Staat werkt overigens wel naar deze WHO-normen toe.
Over de subsidiaire vordering oordeelt het hof dat de Europese richtlijn niet voorschrijft dat bij de toetsing aan de grenswaarden een veiligheidsmarge in acht wordt genomen.
Ten aanzien van de meer subsidiaire vordering stelt het hof vast dat op het moment dat de grenswaarden in werking traden daaraan nog niet overal in Nederland werd voldaan. Het hof overweegt echter dat de rechter bij het geven van een bevel niet moet kijken naar het verleden, maar vooral naar de toekomst. In dat kader acht het hof van belang dat de Staat in 2018, na het uitvoeren van een knelpuntenanalyse, een aanvulling op het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) heeft opgesteld om de resterende overschrijdingen versneld op te lossen. In dit plan zijn concrete maatregelen opgenomen om de resterende luchtkwaliteitsknelpunten op te lossen. Milieudefensie heeft dat plan niet inhoudelijk bestreden. Het hof ziet daarom geen reden om een bevel op te leggen aan de Staat. Het hof wijst daarom ook deze vordering af.
De Staat der Nederlanden werd bijgestaan door Edward Brans en Roelof Reinders.
Meer informatie
• Uitspraak gerechtshof Den Haag 7 mei 2019
• Persbericht ‘Milieudefensie verliest hoger beroep over schonere lucht’