De notariële toezichthouder het Bureau Financieel Toezicht (BFT) heeft zijn onderzoek afgerond naar de fraude door Frank Oranje. Het onderzoek toont hoe hij solistisch opererend, frauduleus handelde. Het onderzoek bevestigt ook de lessen die we hebben moeten leren over de inrichting van onze kantoororganisatie en de open kantoorcultuur.
In navolging van onderzoek van Van Doorne en Deloitte dat we zelf initieerden en het onderzoek van de Deken van de Haagse Orde van Advocaten, constateert ook het BFT dat Oranje de fraude, die in september 2020 aan het licht kwam, alleen pleegde. Er waren geen andere notarissen van Pels Rijcken bij betrokken noch is gebleken dat zij er financieel voordeel van hebben genoten. De geconstateerde bewaartekorten die op de notariële derdenrekening ontstonden hebben wij als kantoor aangezuiverd. De rechthebbenden op de onttrokken gelden zullen wij compenseren. Dit proces bevindt zich in de afrondende fase.
Het valt Pels Rijcken aan te rekenen dat het interne en collegiale toezicht binnen de organisatie tekortschoot, aldus het BFT. Het heeft eraan bijgedragen dat de fraude heeft kunnen plaatsvinden, aldus het BFT. Het BFT doet drie aanbevelingen voor de noodzakelijke verbetering van de kantoororganisatie.
De daarvoor noodzakelijke maatregelen zullen de nodige energie en inspanning van ons vragen. Uit onze eigen analyse, die we deze zomer zijn gestart, blijkt dat onze kracht ligt in de advocatuur. Wij hebben daarom besloten onze notariële dienstverlening te beëindigen en afscheid te nemen van het notariaat. Uiteraard zal deze beëindiging zorgvuldig gebeuren, zowel richting onze cliënten als richting onze eigen medewerkers. Dit laat onverlet dat wij de aanbevelingen van het BFT in ons verbetertraject betrekken, zowel gedurende de periode van afbouw van de notariële dienstverlening als daarna.
Het BFT laat weten normschendingen voor te leggen aan de tuchtrechter. Wij zullen onze notarissen in deze tuchtprocedure bijstaan en ondersteunen. Dat onze kantoororganisatie op onderdelen gebreken vertoonde, trekken wij ons allemaal aan. Wij hebben ook het BFT laten weten dat wij het verschrikkelijk vinden wat er is gebeurd, dat het nooit had mogen gebeuren en dat het om reflectie vraagt, nu en voor de langere termijn.
De aanbeveling van het BFT voor het creëren van een open kantoorcultuur omarmen wij. Het sluit aan bij onze eigen bevindingen en de reeds door onze genomen maatregelen die erop gericht zijn tegenspraak en aanspreekbaarheid te verbeteren. De fraude is voor ons verder aanleiding geweest om de kantoororganisatie als geheel te versterken op gebied van risk en compliance. Het instellen van een raad van commissarissen met louter externe toezichthouders is daar voorbeeld van.
“Met de afronding van dit onderzoek van het BFT, werken we toe naar de afsluiting van een periode die pijnlijk en confronterend was. We beseffen ook dat we aan het begin staan van een nieuwe periode, waarin risk, compliance en een open kantoorcultuur hoog op onze agenda staan en blijvend onze aandacht zullen hebben.", aldus bestuursvoorzitter Sandra van Heukelom-Verhage.