In de Gemeentestem is een artikel verschenen van Edward Brans en Jorrit van der Weide met als titel ‘Faillissement en milieu. Waartoe is de curator gehouden na faillissement van de onderneming?’.
Het komt bij milieu-incidenten van enige omvang regelmatig voor
dat de onderneming, die als overtreder kan worden aangemerkt, de
financiële lasten van zo'n incident niet kan dragen en failliet
gaat. Failliete ondernemingen laten zo nu en dan ook een
aanzienlijke hoeveelheid (potentieel) verontreinigende en
milieugevaarlijke stoffen achter of zelfs zwaar verontreinigde
machines en gebouwen. Na een faillissement zijn er veelal beperkte
financiële middelen aanwezig. Bestuursorganen zien zich in
dergelijke situaties ook geplaatst voor lastige keuzes. Wat mag je
dan eigenlijk van de curator verwachten?
In dit artikel schetsen de auteurs een kader dat van toepassing is
als na een faillissement wordt geconstateerd dat:
- (Nog steeds) niet wordt voldaan aan de vereisten van een aan de gefailleerde verleende vergunning, of;
(Nog steeds) niet wordt voldaan aan de vereisten die
voortvloeien uit wet- en regelgeving.
Edward Brans en Jorrit van der Weide beschrijven dit aan de hand van jurisprudentie van zowel de bestuursrechter als de burgerlijke rechter. Ook lichten zij de lijn uit de rechtspraak toe als er een milieuverontreiniging is of dreigt te worden veroorzaakt, en als er schadebeperkende maatregelen nodig zijn. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de rang en status in het faillissement van vóór en na faillissementsdatum opgelegde lasten.
Download
Faillissement en milieu. Waartoe is curator
gehouden?